De Mercedes 300 CE C124 doet zijn reputatie eer aan: bij de juiste behandeling gaat de auto zeer lang mee. Paradoxaal genoeg zijn de oudere modellen beter tegen roest bestand dan die van na 1993. Uiteraard kent de auto een aantal aandachtspunten, met name onder de motorkap. De onderdelenvoorziening is – zoals gebruikelijk bij Mercedes – uitstekend.

Carrosserie
De carrosserie is op zich goed bestand tegen corrosie, met name bij de eerste serie van tot 1993. De tot E-klasse Coupé omgedoopte laatste serie was minder roestbestendig, vanwege de lakken met verdunners op waterbasis. De voorspatborden onder de knippers vormen een zwakke plek, net als de dorpels bij de kriksteunen. Verraderlijker zijn minder goed bereikbare plaatsen, zoals de binnenschermen onder de ruitensproeiertank en aan de andere kant onder de ABS/ASR-pomp. Soms roest de bodemplaat onder de achterbank. Kwalijker zijn de bevestigingspunten van de achteras, minder erg is roest aan de achterste wielkasten rond de afdichtingstules.
Techniek
Technisch is de coupé niets anders dan een ingekorte sedan. Tot ongeveer 150.000 km moet een C124 probleemloos lopen. Daarna kun je een defecte koppakking of waterpomp verwachten. Tevens krijgen de meeste motoren vacuümproblemen en lijdt de periferie rond het gecompliceerde KE Jetronic-systeem aan uitvalverschijnselen. Goede testapparatuur is hierbij essentieel. De motoren zijn gevoelig voor slechte benzine. Ondersteltechnisch heeft de 124 een onkreukbare reputatie. Normaliter gaan de componenten zeer lang mee. Let desondanks op gebroken veren breken en de staat van de onderste fuseekogels – die gaan zo’n anderhalve ton mee.
Onderdelen
Dit is waar Mercedes-Benz in excelleert: ook al is de 124 al 20 jaar uit productie (de laatste cabriolets liepen in 1997 van de band), je kunt het meeste nog bestellen, en dat is dan binnen 24 uur geleverd. Kleurgevoelige kunststof interieurdelen zijn echter nauwelijks meer te krijgen. Specifieke zaken voor de coupé en cabriolet kunnen ook niet meer te leveren zijn.