Als je een A110 koopt, kan dat je leven veranderen. Dat komt deels omdat je na een rit verslaafd bent en je je in elke andere auto waarin je daarna rijdt kapot verveelt. Ten tweede omdat glazvezelweefsel, polyesterhars en slijpstof deel gaan uitmaken van je leven. Ten derde heb je nauwelijks meer de tijd voor andere hobby’s. Het leukst zijn de 1300-modellen, die nog over een pendelas beschikken. Minder dynamisch, maar wel wat veiliger zijn de 1600’s met de achterwielophanging van de A310.

Carrosserie
De carrosserie van de A110 bestaat uit glasvezel, dat oorspronkelijk met de hand werd gemaakt bij Alpine. Na de overname door Renault ging het anders. Modellen van na 1973 hebben daarom een gladdere, maar zwaardere carrosserie. Roest aan het centrale buizenchassis en de daaraan gemonteerde delen is moeilijk te herkennen. Originele auto’s met race- of rallyhistorie zijn veel waardevoller en zeldzamer dan de seriemodellen, die vaak niet goed werden onderhouden.
Techniek
In de A110 werden de sterkste motoren uit de Renault 8, 12, 15 en 16 gebruikt. Ze hadden een cilinderinhoud die tussen de 950 en 1647 cm3 lag en verschillen aanzienlijk in karakter. De 1600-motor waarmee wij reden, is betrouwbaarder maar ook zwaarder dan de populaire 1300-motor die door Gordini werd opgebouwd.
Onderdelen
Wie een A110 netjes wil onderhouden, heeft goede contacten nodig in het wereldje. Bij reparaties aan de carrosserie en de motor kan veel schade worden aangericht, bijvoorbeeld als minderwaardige niet-originele onderdelen worden gebruikt. Originele nieuwe onderdelen, zoals een nieuwe nokkenas voor de 1600-motor, zijn er praktisch niet meer.
Aandachtspunten
- Slecht uitgevoerde reparaties aan de glasvezel carrosserie na ongelukken, vooral voor en achter.
- Slijtage aan de motor in het algemeen, vooral als deze getuned is (nokkenas) of bij hoge toerentallen.
- Slijtage aan de handgeschakelde vijfbak.