Zoals iedereen weet, was het onlangs awkward moments day. Zo’n dag waarop iedereen terugkijkt op gênante blunders en belachelijke missers uit zijn leven. Zo ook auto-ontwerpers. Om het even in te wrijven, presenteren we hier onze lijst met de zeven lelijkste klassiekers en youngtimers ooit.
Creatieve geesten zijn vaak lekker eigenwijs. Voor auto-ontwerpers geldt dat evengoed als voor kunstschilders of beeldhouwers. Gelukkig maar, anders hadden we nooit vernieuwende schoonheden als de Citroën DS gekend. Maar soms schiet de creativiteit een beetje door en gaat vorm volledig voor functie. Of andersom, en is een auto heel functioneel, maar niet om aan te gluren. Meestal is er dan wel een afdeling Marketing die de designafdeling terugfluit, maar soms ook niet. En dan komt een autofabrikant op de proppen met auto’s als in ons onderstaande lijstje met lelijkste klassiekers en youngtimers.
Overigens is het niet de Lijst der Lijsten, al was het maar omdat we ons hebben beperkt tot modellen die daadwerkelijk in serieproductie zijn geweest en die ook enigszins bereikbaar waren.
1. Pontiac Aztek (2001-2005)

Het is dat de SsangYong Rodius nog te nieuw is voor de youngtimerstatus, anders had hij deze lijst aangevoerd. Nu is de eer aan de Pontiac Aztek. We kunnen ons goed voorstellen dat u zich bij het bekijken van de beelden afvraagt welke prutser dat nu weer bedacht heeft. Nou, dat is dus Tom Peters, dezelfde man die ook de Corvette C6 en de huidige Chevrolet Camaro heeft getekend. Bij de Pontiac Aztek is de beste man echter hopeloos de mist ingegaan. Lange overhangen voor en achter, een bonte mix van ronde en extreem hoekige vormen en gestapelde lichtpartijen. Niettemin lijken ontwerpers van veel moderne suv’s en crossovers inspiratie te hebben opgedaan bij de Aztek. Had Tom Peters dan toch een vooruitziende blik?
2. Fiat Multipla (1998-2010)

De originele Fiat 600 Multipla was al geen schoonheid, maar de in 1998 gepresenteerde versie is voor veel mensen de lelijkste auto ooit. Sommigen noemen hem zelfs ‘die auto met het syndroom van Down’. En dat terwijl de Fiat Multipla eigenlijk geniaal is. Bijvoorbeeld omdat hij ruimte voor zes personen én een flinke hoeveelheid bagage biedt. Terwijl hij nog geen vier meter lang is! En wat dacht je van het fantastische zicht rondom en het lage zwaartepunt? Het maakte allemaal niet uit. De mensen vielen over die gekke neus en vonden de vreemde hoek van de zijruiten afzichtelijk. Om nog maar te zwijgen van de ‘apenrots’ in het interieur, zoals de middenconsole wel werd genoemd. Inderdaad, mooi is de Fiat Multipla niet, maar wij hebben er een zwak voor. Roberto Giolito, bedankt voor jouw ongetwijfeld meest awkward moment van je leven toen het doek voor de eerste keer van de Multipla ging. En er in plaats van applaus hoongelach en kreten van verbazing door de zaal gingen …
3. Ford Scorpio (1994-1998)

Terwijl de Pontiac Aztek en de Fiat Multipla hun functionaliteit nog als excuus hebben voor hun awkward design, is deze Ford Scorpio ‘gewoon’ lelijk. Een overdosis aan chroom rondom de grille en boven de achterlichten, gecombineerd met nogal oenig ogende koplampen. We denken dat veel gasten zich in hun bubbels hebben verslikt toen deze generatie van de Ford Scorpio werd onthuld. Een onevenwichtige mix van Europese en Amerikaanse stijlelementen.
4. Saab 95 (1959-1978)

Bij zijn presentatie in 1947 wekte de Saab 92 veel bewondering met zijn ongelooflijk lage luchtweerstandscoëfficiënt. Dat Saab en ontwerper Sixten Sason hun roots in de vliegtuigindustrie hadden, was overduidelijk. De Saab 92 en Saab 93 waren heel bol, rond en glad. Mooi? Eigenlijk wel, maar in elk geval goed in balans. Hoe Sason in 1959 de Saab 95 uit zijn pen kreeg, is dan ook een raadsel. In plaats van de mooie ronde achterkant kreeg deze stationwagonversie een rare puntige kont, met staartvinnetjes. In die staartvinnetjes zaten vervolgens volledig detonerende dubbele ronde achterlichten. Maar slim was de Saab 95 ook, met standaard een tweede achterbankje. Daarop konden twee kinderen, gezeten tegen de rijrichting in, de tweetakt-oliepluim bewonderen …
5. Alfa Romeo SZ (1989-1991)

Halverwege de jaren 80 werd Alfa Romeo opgekocht door Fiat en het merk zat nogal met zichzelf in de knoop. Het ging wanhopig op zoek naar een manier om zijn reputatie weer een beetje op te krikken. Er werd besloten een auto te bouwen, die associaties moest wekken met sportieve succesnummers uit het verleden. Designhuis Zagato werd te hulp geroepen en in 1989 stelde Zagato op de salon van Genève de ES-30 voor. Hoewel Robert Opron (de man achter onder meer de Citroëns GS, CX en SM) de dikste vinger in de designpap had gehad, gold het eindresultaat op zijn minst als controversieel. Wij zien een nogal opgeblazen, chagrijnig autootje met een extreme wigvorm en veel te veel bumper. Het model ging als SZ (Sprint Zagato) in productie, al leek het in niets op de elegant gelijnde Zagato’s uit het verleden. De SZ kreeg niet voor niets de bijnaam ‘Het Monster’.
6. VandenPlas 1500 (1974-1980)

Wie dacht dat de Austin Allegro lelijk was, moet eens kijken naar de variant die carrosseriespecialist VandenPlas ervan heeft gebrouwen. In de originele versie heeft de Allegro nog wel iets aandoenlijks. Hij staat te hoog op te kleine wieltjes, en oogt als een automobiele Beer Paddington. De hoge gordellijn en de bolle wieldoppen maken het er niet beter op. Maar VandenPlas dacht dat ze die knullige Austin wel indrukwekkende, chique looks konden geven. Faal! Die Bentley-achtige grille en de chroomgerande koplampen zien er echt niet uit. Alsof een VandenPlas-medewerker bij de kassa van de accessoireshop een greep heeft gedaan uit de aanbiedingenmand. One size fits all stond er waarschijnlijk op de verpakking. Niet dus.
7. AMC Pacer (1975-1980)

In 1970 had de American Motors Company de wereld al verbaasd met de aparte Hornet. Deze voor Amerikaanse begrippen compacte auto moest de concurrentiestrijd aangaan met auto’s als de Volkswagen Kever en de Toyota Corolla. Met de oliecrisis van 1973 nam de vraag naar compacte modellen verder toe. Om die behoefte te stillen, bracht AMC in 1975 de AMC Pacer. Positief punt: het zicht rondom is geweldig. Maar ja, da’s ook niet zo vreemd in een auto die eruitziet als een vissenkom. Om onduidelijke redenen was designer Richard Teague nogal trots op zijn schepping. Heel slim vond-ie dat hij het rechterportier breder had gemaakt dan het linker. Dat zou het instappen een stuk gemakkelijker maken. Maar ja, als de auto dan zo breed is als een Cadillac (1,96 meter) … Dan kun je zo’n lel van een portier op een normale parkeerplek alleen maar op een kiertje zetten. Bye, bye, instapgemak.
En de AMC Pacer mocht dan compact zijn, door zijn ouderwetse zescilinder motor, was hij allesbehalve zuinig. Ruim was-ie ook al niet, want de zescilinder lag gewoon in lengte voorin en door het interieur liep een dikke cardantunnel naar de aangedreven achterwielen. Toch werden er in het eerste jaar in de Verenigde Staten bijna 120.000 Pacers verkocht. Maar ja, in die tijd hadden we nu eenmaal een vreemde smaak. Zo was Una Paloma Blanca van George Baker in 1975 de bestverkochte single van Nederland … En heb je wel eens gezien wat voor kleding we toen droegen? Awkward! Vier jaar later was het koperspubliek tot betere inzichten gekomen. Toen werden er minder dan 20o0 Pacers in de VS verkocht.