Dit jaar viert de auto die we bijna allemaal kennen als ‘Mini’ zijn 60-jarige jubileum. Maar in 1959 werd deze kleine revolutionair geïntroduceerd als Austin Seven. Deze advertentie uit 1960 gebruikt grote woorden, maar voor de verandering kloppen ze vrijwel allemaal.
“Ziehier de totale vernieuwing in de kleine klasse”, kopt de advertentie ter grootte van een halve krantenpagina. In hoofdletters uiteraard, en importeur R.S. Stokvis had het bij het rechte eind. Ook zestig jaar na dato kunnen we de Austin Seven – Mini zo u wilt – nog steeds baanbrekend noemen. Het was de eerste auto die zo consequent gericht was op het scheppen van maximale ruimte binnen minimale afmetingen. Ontwerper Alec Issigonis, ook de man achter de Morris Minor, had dit onder meer gedaan door de wielen op de uiterste hoeken van de slechts 3 meter lange carrosserie te plaatsen. Verder werd veel ruimte bespaard door de onafhankelijke wielophanging met rubber veerelementen rondom.

‘Sportwagenbesturing’
Technisch was de combinatie van voorwielaandrijving en een dwars geplaatste motor de grootste innovatie. Bovendien was de motor samengebouwd met de versnellingsbak en het differentieel. Alle componenten werden gewoon met motorolie gesmeerd. De lay-out van de Austin Seven had niet alleen ruimtevoordelen: “De voorwielaandrijving bespaart gewicht en geeft het effect van een sportwagenbesturing”, juicht de advertentietekst. Overdreven? Dat valt mee, want zeker vergeleken met zijn tijdgenoten reed de Austin Seven als een kart. En mede dankzij het tuningwerk van John Cooper ontpopte de kleine Brit zich in de Rallye Monte Carlo tot reuzendoder. In 1964 en 1965 pakte de Austin Seven de winst in deze prestigieuze wegwedstrijd, maar daarnaast won de Mini nog veel meer rallyprijzen.

Veel gekopieerd
De uitspraak: “De Seven kan alles hebben (4 personen plus veel bagage)”, is wel een tikkeltje overdreven. Achterin hielden alleen kinderen het langere tijd vol. En het veercomfort dat de rubber veerelementen bewerkstelligden, was evenmin om over naar huis te schrijven. Daarnaast kende het samenbouwsel van motor, versnellingsbak en differentieel de nodige afdichtingsproblemen. De vaste parkeerplaats van een Mini herkende je steevast aan de olievlekken op straat. Het stond het succes van de Mini niet in de weg. Vooral in de jaren 60 en 70 was het een verkooptopper. Naast de Cooper kwamen er nog meer varianten, waaronder een bestelversie en een stationwagon. Bovendien werd het basisconcept door vrijwel alle fabrikanten van compacte auto’s gekopieerd.
Pas in 2000 werd het oermodel uit productie genomen. In totaal waren er tot dat moment bijna 5,4 miljoen gebouwd. Een jaar later kwam zijn opvolger: de New Mini van BMW. Als u in de markt bent voor een vermakelijke compacte youngtimer, is die moderne Mini zeker een optie.