Als je als autofabrikant je concurrenten op achterstand wilt zetten, is het slim om iets nieuws of bijzonders te proberen. Alleen pakt dat niet altijd goed uit. We richten de schijnwerpers op een aantal van de grootste auto flops uit de geschiedenis. Bij de Alfa Romeo Alfa 6 is het van meet af aan een rommeltje.
Gelijk bij zijn introductie in 1979 ziet de Alfa Romeo Alfa 6 er verouderd uit. Zijn hoekige koets steekt potsierlijk af bij de in hetzelfde jaar geïntroduceerde Mercedes S-klasse (W126). Maar er is wel meer mis aan de Alfa 6 … Met zijn hoge kont, enorme chroomomrande achterlichten, zware bumpers met ouderwetse rozetten en dubbele koplampen lijkt de Alfa Sei uit een eerder decennium te komen. En eigenlijk klopt dat ook wel. De ontwikkeling is namelijk al in 1969 gestart. Maar door de oliecrisis, stakingen, directiewisselingen en geldgebrek wordt het project meermaals onderbroken. Als de vorm en de maatvoering (inclusief de idioot korte wielbasis van 2,60 meter!) eenmaal vaststaan, is het inmiddels 1978.

Smalle koets
Opvallend aan de Alfa 6 zijn de zeer smalle koets en de geringe spoorbreedte. Zo kon je de auto gemakkelijker door krappe Italiaanse straatjes manoeuvreren, aldus de constructeurs. Jaja … Van meet af aan huist er een V6-motor voorin, de beroemde Busso-motor die vernoemd is naar zijn bedenker, Giuseppe Busso. Met de basisconstructie van de V6 is weinig mis. Met de afmontage en de brandstofvoorziening des te meer. Problemen met de axiale speling op de hoofdlagers en de slechte koppakkingen zijn maar twee van de vele pijnpunten. De versie van vóór de facelift met zes (!) Dell’Orto-carburateurs is een drama qua afstelling en verbruik.

Gebrek aan beenruimte
In eerste instantie is de Alfa 6 bedacht als staatslimousine, maar hij heeft daar niet bepaald de juiste maten voor. We noemden de korte wielbasis al. Hierdoor is er tussen de voor- en achterwielen maar liefst 20 centimeter minder ruimte beschikbaar dan in de Franse staatslimo van dat moment, de Peugeot 604! Bovendien hebben de Alfa-ingenieurs tal van sportieve accenten bedacht. Zo heeft de ZF-handbak een zogenaamd dogleg-schakelschema. Daarbij haal je de pook in de 1 naar je toe, zoals gebruikelijk in de racerij. Een beetje potsierlijk voor een limousine. Bovendien maakt de auto een veel te sportief geluid.

Facelift Alfa 6
Bertone voert in 1983 een omvangrijke facelift uit. Het interieur krijgt hierbij een kwaliteitsupgrade. Verder worden de bumpers en de lampunits gemoderniseerd. De auto blijft echter krap achterin en het uitlaatgeluid past nog steeds niet bij het limousinegevoel van de Alfa Sei. Ook het sterke windgeruis is een doorn in het oor van de comfortliefhebber. Dankzij de brandstofinspuiting komt er gelukkig wel een eind aan de problematische brandstofvoorziening.
De facelift kan het tij niet keren. De Alfa is en blijft een regelrechte flop. Tussen 1979 en 1986 verlaten slechts 12.070 exemplaren de fabriek in Arese.