Als je als autofabrikant je concurrenten op achterstand wilt zetten, is het slim om iets bijzonders te proberen. Alleen pakt dat niet altijd goed uit. We richten de schijnwerpers op een aantal van de grootste auto flops uit de geschiedenis. Ziet de DeLorean DMC-12 er niet geweldig uit? Vleugeldeuren, een roestvrij stalen carrosserie en de handtekening van Giorgetto Giugiaro. Deze sportwagen had het talent om uit te groeien tot de belangrijkste nieuwkomer van de jaren tachtig. Maar de rijzende ster stortte algauw hulpeloos neer … en steeg opnieuw, zij het te laat.

John DeLorean zat hoog in de boom bij General Motors, maar hij was niet gelukkig. Hij verlangde terug naar zijn beginjaren als technicus: hij wilde weer auto’s bouwen. Bij voorkeur een model met weinig concurrenten en bedoeld voor een kleine doelgroep met relatief veel geld: een tweezits sportwagen. Hij verliet GM en ging een jaar als adviseur werken bij verschillende grote bedrijven. Zo harkte hij 5 miljoen dollar bij elkaar en in januari 1974 kon zijn sportwagenavontuur beginnen.

Vleugeldeuren DeLorean
Het idee was om een auto te ontwikkelen die niet alleen heerlijk reed, maar ook ethisch verantwoord was. Dat betekende dat hij veilig, zuinig en duurzaam moest worden. Comfort was eveneens belangrijk, want John DeLoreans auto moest het ideale vervoermiddel worden voor lange dienstreizen van prominente zakenlieden. De auto zou een centraal geplaatste wankelmotor met 200 pk krijgen en een aluminium chassis. Als klap op de vuurpijl beloofde DeLorean vleugeldeuren, opdat ook lange mensen gemakkelijk konden in- en uitstappen. Zo mogelijk nog sensationeler was de prijs; het plan was om de auto voor 12.000 dollar te gaan verkopen.

Fabriek in Belfast
Als zelfstandig autofabrikant presenteert DeLorean in 1976 een sensationeel prototype met een blank gelakte, roestvrij stalen carrosserie, ontworpen door Giorgietto Giugiaro. Maar inmiddels is het grootste deel van de 5 miljoen dollar die John DeLorean zelf had ingebracht op. Gelukkig is de Britse minister van Financiën bereid een een flinke subsidie te verlenen voor de bouw van een nieuwe fabriek. Alleen moet DeLorean zijn bedrijf wel in Belfast vestigen, de door onlusten en aanslagen geteisterde de hoofdstad van Noord-Ierland …

Slechte kwaliteit
De DeLorean DMC-12 gaat in 1981 in productie. De carrosserie is nog altijd van rvs en ook de vleugeldeuren zijn present, maar van de andere beloften is weinig over. De wankelmotor is vervangen door een brave 130 pk sterke V6, die ook in de Volvo 264 ligt … Het door Lotus geconstrueerde ruggengraatchassis is niet van aluminum maar van staal, en de prijs bedraagt het dubbele van de beloofde 12.000 dollar.
DeLorean in de gevangenis
Tot overmaat van ramp zijn de eerste DeLoreans DMC-12 ook nog eens van zeer slechte kwaliteit. De auto wordt dan ook slechts mondjesmaat verkocht en DeLorean zit al snel tot over zijn oren in de schulden. Om het hoofd toch boven water te kunnen houden, raakt John DeLorean in 1982 betrokken bij een drugsdeal en de fabriek wordt in 1983 gesloten. Tot dat moment zijn er zo’n 9200 DMC-12’s van de band gerold.

Back to the Future
Dat de auto toch niet in vergetelheid is geraakt, is vooral te danken aan de Back to the Future-films. De eerste daarvan gaat in 1985 in première. Wanneer de filmmakers naar een geschikte auto zoeken die als tijdmachine kan dienen, is de productie van de DMC-12 al stopgezet. Toch komt de auto door de maandenlange heisa rondom John DeLorean nog regelmatig in het nieuws. Dit straalt af op de DMC-12; de auto krijgt een soort rebellenstatus en er worden parallellen getrokken met de Tucker Sedan. Dat maakt John DeLoreans creatie tot een spannende auto voor de filmmakers. Bovendien is de DMC-12 zeer geschikt voor de ‘rol’, want hij moet de jaren vijftig binnenrijden en er voor de mensen uitzien als een tijdmachine uit de toekomst. Ford ziet hierin wel een rol weggelegd voor de Mustang en is zelfs bereid daar 75.000 dollar voor te betalen. Maar zover komt het niet. Legendarisch zijn de woorden van scriptschrijver Bob Gale: “Doc Brown doesn’t drive a fucking Mustang!” Daarmee is de kous af en zo beleeft de DeLorean DMC-12 alsnog een glanscarrière. Als filmster. En het is dan ook vooral daaraan te danken dat de auto altijd en overal wordt herkend.