Winter 2019: de horrorsneeuw heeft binnen korte tijd al twee keer toegeslagen! Nu kun je natuurlijk wel met je klassiekertje door dit weer rijden, maar beter wordt hij daar niet van. Een slimmer alternatief, zeker als je over een tijdje de ski’s wilt onderbinden, is een leuke youngtimer. Maar met welke auto kun je het beste naar de wintersport?
Geef maar toe, ook u kijkt met enige jaloezie toe wanneer er zo’n stoere SUV of crossover schijnbaar moeiteloos door centimeters hoge sneeuw banjert. Voorzien van vierwielaandrijving en winterbanden lijkt geen winterweg onneembaar. Terwijl u met uw achterwielaangedreven klassieker niet verder komt dan wat handrembochtjes op een besneeuwde parkeerplaats. Leuk, maar als je wat verder moet, is dat niet handig. Bovendien zijn alle vocht, pekel en sneeuwmodder een aanslag op de gezondheid van uw gekoesterde bezit. Dan kun je beter voor een mooie youngtimer opteren. Veelal leuker dan een hypermoderne auto, en goedkoper bovendien. Helemaal als je hem ‘op de zaak’ kunt rijden. De vraag is: met welke auto naar de wintersport te gaan. We zetten de 7 leukste youngtimers voor de sneeuw op een rijtje. Als prijsplafond hanteren we een bedrag van 10.000 euro.
1. Alfa Romeo Crosswagon Q4 (2004-2007)

In 2004 was Alfa Romeo een beetje laat met het inhaken op de hype van opgehoogde stationwagons. Niettemin is deze Alfa Romeo Crosswagon Q4 best geslaagd. Hij staat 6,5 cm hoger op de wielen dan een gewone Alfa Romeo 156 Sportwagon waarop hij is gebaseerd. Evengoed is het nog steeds een elegante auto. Deze Italiaanse crossover veert comfortabel, maar voelt iets minder direct aan dan zijn asfaltbroertje. Normaliter gaat 41 procent van de aandrijfkrachten naar de voorwielen en 59 procent naar de achterwielen. Afhankelijk van de omstandigheden kan die verhouding maximaal 30 : 70 bedragen. Dit wordt volledig automatisch geregeld. Hiervoor zorgen drie differentiëlen, waarvan het middelste (torsen)differentieel samenwerkt met het ESP. Daarmee wordt de Alfa Romeo Crosswagon nog geen terreinwagen, maar je zult je evenmin in de eerste de beste sneeuwhoop vastrijden.
Er zijn in Nederland niet veel Crosswagons verkocht. Mocht je er per se eentje willen hebben, doe je er verstandig aan ook buiten de landsgrenzen te kijken. Overigens is de Alfa Romeo Crosswagon uitsluitend geleverd met een 150 pk sterke 1,9-liter JTD-diesel. Wees op je hoede als een Alfa Romeo Crosswagon voor heel weinig geld wordt aangeboden: dikke kans dat de aandrijflijn stevig is mishandeld. Let ook op dat de versnellingsbak niet kraakt; een teken dat de synchromeshringen versleten zijn. Uiteraard moet het 4×4-systeem ook zonder haperingen en bijgeluiden werken. We hebben Crosswagons gezien voor minder dan 2000 euro, maar reken voor een mooi exemplaar met weinig kilometers op ongeveer 6 mille.
2. Audi A6 Allroad (2000-2006)

Internationaal zijn er best veel exemplaren van de Audi A6 Allroad verkocht. In Nederland heeft de chique Duitser daarentegen altijd de Volvo XC70 voor zich moeten dulden. Comfort schrijft de in 2000 gepresenteerde Audi A6 Allroad met de hoofdletter C; de vering is op het deinerige af. Toch dendert hij – bij sneeuwvrij asfalt – achteloos met 200 km/h over de autobahn richting Oostenrijk. Als het goed is, zet de luchtvering zichzelf hierbij automatisch in de laagste stand.
Met de 2,7-liter V6-twin-turbomotor is deze Audi een heerlijke rijmachine, al gaat-ie het liefst langdurig rechtdoor. De besturing is vrij ongevoelig en de stoelen bieden in bochten weinig zijdelingse steun. Ook vertoont de Audi A6 Allroad met een benzinemotor een gezonde dorst. De après-ski begint bij hem al vroeg, zullen we maar zeggen. Maar goed, daar krijg je ook 250 pk en een vlotte honderdsprint (7,5 s) voor terug. Het kan nog bonter, als je voor de 4.2 V8 kiest (geleverd vanaf 2003). De 2.5 V6 TDI is een stuk zuiniger, maar daarmee laat je wel zwarte sporen achter op het maagdelijke sneeuwdek.
De niet-meegespoten kunstof carrosseriedelen en de bodembeschermers voor en achter zorgen ervoor dat je niet bang hoeft te zijn voor een beetje zand, pekel of steenslag. Mochten de (sneeuw)paden erg moeilijk begaanbaar worden, dat pomp je de luchtvering met een druk op de knop in de hoogste stand. Tenminste, als het systeem nog werkt, want dat is wel een puntje bij deze auto. Een volledige onderhoudshistorie en een objectieve aankoopkeuring zijn bij de Audi A6 Allroad geen overbodige luxe. Er zitten en hoop snufjes aan de auto en op den duur kunnen die allemaal kapot. Te koop vanaf ongeveer 3500 euro.
3. Jeep Cherokee (2003-2007)

We vragen ons wel eens of meneer John Willy, de grondlegger van Willy’s Jeep, nog wel rustig tussen zijn zes plankjes ligt. Wat zou hij vinden van de huidige driecilinder Jeep Renegade? Nee, dan de Jeep Cherokee van begin deze eeuw. Deze derde generatie werd vanaf 2003 uitsluitend geleverd met vier- en zescilinder motoren. De 2.5 CRD en 2.8 CRD zijn de diesels van de familie. Het benzine minnende deel van de natie wordt bediend door de 2.4i en de 3.7i. Anders dan de twee auto’s hierboven, is de Jeep Cherokee geen straatauto die geschikt is gemaakt voor licht terrein. Bij Jeep gaat het denkproces van oudsher de tegengestelde richting op. Want de Cherokee mag dan niet de hardcore uitstraling van de Jeep Wrangler hebben, je merkt aan alles dat-ie graag met de poten in de modder staat.
Op het asfalt doet de Jeep Cherokee plichtmatig zijn ding. Je krijgt niet de neiging aan te haken als er een Audi A6 Allroad met 180 km/h langs komt zoeven. Daarvoor is het prestatiepotentieel te gering en het onderstel te stijfbenig. Met een gangetje van 130 km/h richting sneeuwbestemming rijden, gaat daarentegen prima. Genieten doe je onderweg van het landschap of van een Netflix-serie, want het plastic interieur biedt weinig vrolijkmakend vertier.
De vraag boven dit artikel luidt: met welke auto naar de wintersport? Bij het zoeken naar een antwoord is de Jeep Cherokee bij ons niet top of mind. Maar eenmaal op de besneeuwde plaats van bestemming blijkt-ie juist wél de ideale wintersportauto. Want dan komt zijn ware offroad-karakter naar boven. De Jeep Cherokee banjert overal doorheen of tegenop. Selecteer met de hendel naast de versnellingspook ‘4L’ (vierwielaandrijving met lage gearing) en je trotseert hellingen en kuilen waar de gemiddelde crossover-piloot zich verre van houdt. Voor het geld hoef je het niet te laten: voor een kleine 5000 euro kun je al een keurig exemplaar van deze generatie Cherokee op de kop tikken.
4. Range Rover L322 (2002-2012)

Na het lezen van de bovenstaande tekst denk je misschien dat de keus gaat tussen óf echt comfort óf echte terreineigenschappen. Mis: de Land Rover Range Rover is van beide markten thuis. En ga je voor een youngtimer, dan behoort inmiddels ook de L322-generatie tot de mogelijkheden. Die ziet er met name door de gewijzigde neuspartij een stuk moderner en spannender uit dan zijn voorganger, de P38. Belangrijker is echter de rol die toenmalig grootaandeelhouder BMW bij de ontwikkeling heeft gehad. Hierdoor maakten de oude Rover-motoren plaats voor blokken van de Bayerische Motoren Werke. Bovendien had de BMW-vinger in de ontwikkelingspap een positieve invloed op de afwerking en de betrouwbaarheid. Niettemin wordt ook de L322 veelvuldig geplaagd door problemen met de luchtvering. Zolang er alleen sprake is van een of meer lekke luchtbalgen, dan valt de schade nog wel mee. Maar als je hiermee te lang doorrijdt, sloop je eveneens de compressor en dan lopen de kosten meteen stevig op.
De goedkoopste Range Rover van de L322-serie was de Td6. In de vierkante neus van deze versie hangt een zescilinder lijndiesel met 174 pk. Nieuw stond deze instapper voor een kleine 90 mille in de prijslijst. Een gebruikt exemplaar heb je al voor een fractie van dat bedrag. De stap naar de volgende motorvariant is groot: de V8 heeft niet alleen twee cilinders, maar ook ruim 100 pk meer. Daarmee zuipt de adellijk aangeklede Range Rover als een Britse voetbal-hooligan. Tegelijkertijd is dit wel de Range Rover zoals je hem altijd had willen hebben. De combinatie van comfort, motorkarakter en terreincapaciteiten die de ‘verduitste’ Brit biedt, is ongekend. Met welke auto naar de wintersport? Als het benzinebudget geen rol speelt, wordt het de Range Rover 4.4 V8. En dat kan al voor 10 mille of nog iets minder. Wel eerst goed de werking van de luchtvering en alle andere elektronica controleren. Vergeet ook niet naar het onderhoudsboekje te vragen.
5. Subaru Forester (1996-2008)

Jarenlang was de Subaru Forester dé auto voor mensen met een dynamische levensstijl en een fietsendrager op de trekhaak. Of een caravan, maar dan uitsluitend in het voor- en naseizoen. Toch is dit een leuke auto, zeker als er een ‘brievenbus’ in de motorkap zit. Het waarom zit eronder: een boxermotor waarop een turbo is geschroefd. Bij de 2.0 XT beschik je dan over 177 pk, bij de 2.5 XT zijn het er zelfs 210. Daarmee is de viercilinder niet alleen goed voor een heerlijke roffel, maar ook voor vlotte prestaties. Vooral tussenacceleraties kosten maar weinig tijd. Zonder brievenbus in de motorkap heeft de Forester 125 pk in de aanbieding. Daarmee komt hij vooruit.
Het oersaaie interieur wordt gedomineerd door harde grijze kunststof, al lijkt de middenconsole in eerste instantie uit aluminium te bestaan. Helaas: het blijkt plastic met het naderend carnaval in de bol. Veel Foresters worden aangeboden met forse kilometerstanden. Op zich is dat geen probleem, want Subaru’s staan bekend om hun robuuste techniek. Zijn er heel veel caravan-kilometers met de Forester gereden? Check de koppeling dan extra zorgvuldig.
Hoewel de Subaru Forester geen echte terreinauto is, kom je er op onverhard en in de sneeuw heel ver mee. Dat is mede te danken aan de instelbare lage gearing, een voorziening die je ook bij echte modderworstelaars als de Jeep Cherokee en Range Rover aantreft. Het grootste nadeel dat deze Japanner met zich meetorst, is zijn stevige benzinebehoefte, maar daar hebben meer van onze wintersporters last van. We hebben fraaie Foresters Turbo met weinig kilometers gezien vanaf zo’n 6000 euro. Ben je niet bang voor wat extra kilometers en vrees je evenmin de traagheid van een ongeblazen boxermotor? Dan kun je al voor veel lagere bedragen terecht.
6. Suzuki (Grand) Vitara (1988-2006)

Dat de Suzuki Grand Vitara is langer en ruimer dan de gewone Vitara en heeft twee portieren extra. Voor een oudere SUV stuurt hij lekker direct. Het onderstel, de stoelen en de besturing voelen stevig aan. Sowieso maakt de Suzuki Grand Vitara een duurzame indruk. Afgezien van de bekende roestvorming in de deuren, de dorpels en de wielkuipranden, gaat de deze auto dan ook bovengemiddeld lang mee. Geen wonder dat er zelfs uit de eerste bouwjaren nog heel wat Vitara’s rondrijden.
Met de 2,0-liter viercilinder die graag hoge toerentallen draait en een soepel schakelende versnellingsbak heeft, is de Vitara al verrassend kwiek. Het vermogen van 128 pk is in het terrein meer dan afdoende. Voor in zacht zand, zuigende modder en losse sneeuw, kun je de lage gearing inschakelen.
Wil je én meer beschaving, én meer power dan de Grand Vitara 2.o te bieden heeft, ga dan op zoek naar een Suzuki Vitara met 2,5-liter V6-motor. Daarmee beschik je over 144 pk, maar belangrijker: ook over meer koppel, dat bovendien een stuk eerder vrijkomt. Nadeel van de V6 is dat hij een stuk kwistiger met benzine omspringt. Al vanaf zo’n 3500 euro heb je een nette Suzuki Vitara 2.5 V6. Het is misschien niet de spannendste auto die je kunt bedenken, maar de techniek is behoorlijk foolproof. Zodoende is de Japanner in onderhoud doorgaans stukken goedkoper dan veel concurrenten. Op die manier houd je voldoende geld over voor een tweede wintersportvakantie aan het eind van het jaar.
7. Volvo XC70 (2002-2007)

Tijdloos, ruim, stoer en toch bescheiden. Met een nette XC70 kun je je overal vertonen. Aanvankelijk moesten veel mensen aan de zwarte ‘boxersnoet’ van de XC70 wennen, maar het heeft de verkoopresultaten niet in de weg gestaan. Het allersterktse punt van de XC70 is zijn snelwegcomfort. De enorme, grofgestikte leren fauteuils zorgen voor een relaxte zit, de rechtuitstabiliteit is uitstekend en op goed asfalt zal de vering zelden teleurstellen. Is het wegdek in minder goede staat, dan blijkt de Volvo springeriger dan verwacht. De beenruimte achterin valt een beetje tegen voor zo’n grote auto. Maar dat maakt de XC70 weer goed met zijn kofferbak. Onder het afdekzeil is die misschien niet overbemeten, maar door het hoekige design wordt de XC70 een enorme slokop als je de ski-overalls, wollen onderbroeken en Noorse truien tot aan het dak opstapelt. Dat doe je met een gerust hart, want een metalen bagagerek is standaard. Evenals een in drie delen neerklapbare achterbank, trouwens.
Van 2002 tot 2005 werd de Volvo XC70 geleverd als D5 met 163 pk en als 2.5 T met 210 pk. In de beginjaren had de dieselmotor nog geen roetfilter. Dat is jammer voor het milieu, maar goed voor de betrouwbaarheid. Euro 4-diesels (met roetfilter, vanaf 2005) vertonen aanmerkelijk meer problemen. Heel zuinig is de D5 niet, maar hij heeft wel een heerlijk karakter en een heel eigen geluid. De benzinemotor is ronduit dorstig en kende in de beginperiode problemen met het gasklephuis. Bij goed onderhoud gaat een Volvo XC70 lang mee, maar tussen 200.000 en 250.000 kilometer zijn reparaties aan de automatische versnellingsbak en het tussendifferentieel geen uitzondering.
Op onverhard wegdek en bij zware winterse omstandigheden is een Volvo XC70 minder mans dan een Jeep Cherokee, Subaru Forester, Suzuki Grand Vitara of Range Rover. Maar je hoeft ook niet bang te zijn dat je in de eerste de beste modderplas blijft steken. Dat overkomt je eerder in een oude stadsbuurt met smalle straatjes, want de draaicirkel van de XC70 is enorm.