Een nieuwe auto ontwikkelen kost bakken met geld en zeeën van tijd. Maar wat nu als je dat niet hebt? Dan kijk je een medefabrikant lief aan, trek je de portemonnee, en koop je de toestemming om zijn model als die van jezelf te verkopen. Badge engineering heet dat. En dat levert niet altijd succes op, zoals je in deze top tien kunt zien.
Alfa Romeo Arna (Nissan Cherry)

Alfa Romeo is (vooruit, was …) het merk van passie, van design, van de Busso-V6, van het klavertje vier, de quadrifoglio. Maar begin jaren tachtig even niet. Toen ging Alfa Romeo een twijfelachtige samenwerking aan met Nissan, waaruit de desastreuze Alfa Romeo Arna voortkwam. De hatchback deed alles verkeerd om. Hij koppelde de slaapverwekkende styling en geriatrische rijeigenschappen van een Nissan aan de barslechte betrouwbaarheid van een Alfa Romeo. Geen winnende combinatie …
Alfa Romeo Dauphine (Renault Dauphine)

Nog een Alfa Romeo? Ja, want deze vinden we gewoon té leuk. De Alfa Romeo Dauphine is letterlijk niets meer dan een Renault Dauphine met een ander logo erop. Eind jaren 50 was Alfa Romeo op zoek naar een goedkoop volumemodel. Dat werd de Dauphine, een in licentie gebouwde Renault, waarvan tussen 1959 en 1964 zo’n 74.000 exemplaren in de Italiaanse fabriek werden geproduceerd. Tussen 1962 en 1964 bouwde Alfa Romeo ook de Renault 4 in licentie. Die droeg wél gewoon een Renault-logo.
Cadillac Catera (Opel Omega)

Cadillac had (en heeft) een imagoprobleem. Het luxelabel van General Motors wordt als hopeloos oubollig gezien en verliest al decennialang marktaandeel aan Audi, BMW en Mercedes. In de jaren negentig bouwde Cadillac stokoude dinosaurussen als de Eldorado, DeVille en Fleetwood. Om ook jongere, ‘sportievere’ bestuurders aan te spreken, pakte Cadillac de Opel Omega uit Duits-land en introduceerde die als de ‘the Caddy that zigs’.
Chevrolet Tracker (Suzuki Vitara)

De eerste generatie Suzuki Vitara moet haast wel kampioen badge engineering zijn. Hij was er als Asüna Sunrunner, Chevrolet Tracker, Geo Tracker, GMC Tracker, Mazda Proceed Levante, Pontiac Sunrunner, Santana 300, Wanli WLZ5020XLD, en nog veel meer. Oorspronkelijk heet hij trouwens niet eens Vitara. Suzuki noemde zijn populaire 4×4 in eerste instantie Escudo, naar de Portu-gese munt vóór de euro.
Eagle Medallion (Renault 21)

Net als Citroën en Peugeot, heeft ook Renault voet aan de grond proberen te krijgen in de Verenigde Staten. Begin de jaren 80 konden Noord-Amerikaanse kopers kiezen uit de Renault 5 (omgedoopt tot Le Car), 9 (Alliance) en 11 (Encore). De latere 21 werd Medallion genoemd. Ze werden verkocht via het dealernetwerk van Renault-partner AMC (American Motors Corporation). Toen dat concern in 1987 door Chrysler werd overgenomen, werden de Renaults in het nieuwe merk Eagle opgenomen.
Honda Crossroad (Land Rover Discovery)

De Crossroad is de enige Honda ooit gebouwd met een V8. En dat heeft er natuurlijk alles mee te maken dat het model gewoon een Land Rover Discovery is. Honda leverde de Crossroad alleen in Japan, van 1993 tot 1998. Een succes was de Brits-Japanse kruis-bestuiving niet, onder meer door problemen met de on-Japanse betrouwbaarheid. Honda riep bijna vijfduizend exemplaren van de Crossroad terug naar de garage. De portieren konden onderweg zomaar open gaan.
Kia Elan (Lotus Elan)

Toen Lotus in 1995 met de productie van de voorwielaangedreven Elan M100 stopte, stond Kia opeens voor de deur. De Zuid-Koreaanse autofabrikant wilde de rechten op de tweede generatie Elan wel kopen. En zo begon de compacte roadster aan een tweede leven. Van 1996 tot en met 1999 werd de Elan als Kia Elan, Kia Vigato en Kia Roadster verkocht. Althans, verkocht … Zo populair was de sportieve Koreaanse Brit niet. Er zijn net iets meer dan 1000 stuks gebouwd.
Pontiac LeMans (Opel Kadett)

Als Pontiac – het sportiefste merk binnen de General Motors-stal – een model naar de 24 Uur van Le Mans noemt, dan schept dat hoge verwachtingen. Verwachtingen die de daadwerkelijke auto nooit en te nimmer heeft kunnen waarmaken, want hij was maar een bescheiden Daewoo LeMans. Die op zijn beurt weer een Opel Kadett was. Of een Asüna GT, Daewoo Pointer, Daewoo Racer of Pas-sport Optima. Want onder die namen is de Kadett E ook verkocht.
Saab 600 (Lancia Delta)

Bij Saab hebben we zoveel te kiezen: de 9-2X was een Subaru Impreza, de 9-6X een Subaru Tribeca en de 9-7X een Chevrolet Trailblazer. Maar we gaan verder terug in de tijd, toen de Lancia Delta als Saab 600 op de Scandinavische markt kwam als vervanger van de Saab 96. Hij was niet erg geschikt voor de winters in Scandinavië. Er waren problemen met roest en Saab moest voor de 600 een eigen kachel en een semi-automatische choke ontwikkelen.
Triumph Acclaim (Honda Ballade)

De laatste Triumph ooit gebouwd, was niet eens een Triumph. Kenners zien in de carrosserie van de Triumph Acclaim gelijk een Honda-body: die van de Ballade om precies te zijn, de sedanversie van de Civic. Voor Triumph was de Acclaim best een redelijk succes. Zowel in 1982 als in 1983 stond het model in de Britse top 10 van bestverkochte auto’s. En hij kreeg zowaar wat ‘critical acclaim’ … Want dankzij Honda zat het met de betrouwbaarheid wel goed.