In 2019 bestaat Bentley 100 jaar, maar het merk is nu al voorzichtig begonnen met de viering van het eeuwfeest. Dat gebeurt onder het mom ‘Together we are extraordinary’. Dat klinkt als een cliché, maar als we in de geschiedenis van Bentley duiken, wordt al snel bevestigd wat we eigenlijk allang wisten: Bentley is bepaald geen dertien-in-een-dozijnmerk.
Het begint allemaal in 1919, wanneer Walter Owen Bentley zijn langgekoesterde droom waarmaakt en een eigen auto bouwt. Al voor de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) is W.O. samen met zijn broer Horace Millner Bentley actief in de autowereld. In Cricklewood, Noord-Londen, verkopen zij auto’s van het inmiddels allang vergeten Franse merk DFP (Doriot, Flandrin & Parant). Maar de ambities van W.O. gaan verder. Zeker wanneer hij bij een bezoek aan de Franse fabriek inspiratie opdoet voor het vervaardigen van aluminium zuigers. Uit nieuwsgierigheid pakt hij in een van de Franse fabriekskantoren een presse papier op, die onverwacht licht blijkt te zijn. Het ding blijkt vervaardigd uit aluminium, in plaats van ijzer. Het blijft niet bij een ambitieus idee. Drie jaar later doet de eerste Bentley-motor met aluminium zuigers zijn intrede in de Sopwith Camel. Dit is een tweezits gevechtsvliegtuig dat wordt ingezet tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Vroege multiklepper
De eerste auto van het merk Bentley wordt in oktober 1919 gepresenteerd op de London Motor Show. Hoewel – van een complete auto is nog geen sprake; Bentley toont een chassis met daarin een dummy-motor. Achter de schermen is voormalig gevechtspiloot Clive Gallop echter hard bezig met een geavanceerde 3,0-liter viercilinder lijnmotor met vier kleppen per cilinder. In december heeft hij een conceptversie klaar, maar het duurt nog tot september 1921 voordat de eerste auto’s kunnen worden verkocht. Mede dankzij goede resultaten op het Brooklands-circuit verwerft de Bentley 3 Litre al snel een ijzersterke reputatie op het gebied van betrouwbaarheid.

Bentley Boys
Goede raceresultaten in de Indianapolis 500 (1921) en de RAC Rally zorgen al snel voor veel naamsbekendheid. De allergrootste faam verwerft Bentley enige jaren later, met vier achtereenvolgende zeges in de 24 Uur van Le Mans (1927-1930). In die glorietijd worden de auto’s bestuurd door de Bentley Boys, een groep van rijke jongemannen die een aardig potje kunnen sturen en niet op een paar centen hoeven te letten. Alleen stuurmanskunst is echter niet genoeg. Het bedrijf heeft ook geld nodig en daarvoor zorgt Woolf Barnato, één van de Bentley Boys. Met een forse kapitaalinjectie zorgt hij ervoor dat Bentley kan blijven voortbestaan.
Blower Bentley
Naarmate de auto’s groter en zwaarder worden, voldoet de originele 3,0-liter motor niet meer. De 41/2 Litre doet zijn intrede, die voor racedoeleinden wordt voorzien van een mechanische compressor: de geboorte van de legendarische Blower Bentley. In de praktijk blijkt deze ‘geblazen’ motor echter veel minder betrouwbaar dan zijn voorganger. Later volgen de 61/2 Litre en de 8 Litre, maar ondertussen heeft de internationale crisis ervoor gezorgd dat Barnato’s middelen uitgeput raken. Concurrent Rolls-Royce springt hier in 1931 gretig op in en neemt Bentley over. De fabriek in Cricklewood gaat dicht en twee jaar lang ligt de Bentley-productie stil.

Rolls-Royce en ‘the silent sportscar’
De eerste Bentley onder het regime van Rolls-Royce is de 31/2 Litre uit 1933. De auto wordt in de markt gezet als ‘the silent sportscar’ een marketingkreet die Bentley tot in de jaren 50 handhaaft. Tot teleurstelling van de Bentley-fans is de nieuwe Bentley 31/2 Litre in de praktijk echter niet meer dan een sportieve versie van de Rolls-Royce 20/25. Deze werkwijze wordt nog lange tijd voortgezet. Tot 2004 heeft elke Bentley een Rolls-Royce-onderstel, in combinatie met een al dan niet aangepaste Rolls-Royce-motor.
Crisis
Na 1970 loopt de verkoop van Bentleys sterk terug en ook Rolls-Royce incasseert flinke klappen. Vliegtuigmotorenbouwer Vickers neemt de boel over. Dat Bentley nog steeds de sportieve tak van de familie is, wordt in die periode duidelijk gemaakt met de Mulsanne Turbo (1982-1985). Dankzij een Garret-turbo stijgt het vermogen van de 6,5-liter V8 met zo’n 50 procent, wat tot onverwacht kwieke prestaties leidt.

In 1997 maakt Vickers bekend dat het van Rolls-Royce (en dus Bentley) af wil. Na enig getouwtrek wordt BMW de nieuwe eigenaar van Rolls-Royce en krijgt Volkswagen Bentley in handen.
Snelle groei
Het eerste concrete resultaat van het nieuwe Bentley onder Duitse regie is de Continental GT die in 2003 wordt gepresenteerd. De forse coupé deelt veel techniek met de Volkswagen Phaeton, maar qua aankleding en afwerking is het een echte Bentley. Het coupémodel krijgt twee jaar later gezelschap van een sedanversie, de Continental Flying Spur. Er volgen allerlei varianten en de verkopen verveelvoudigen. Terwijl er in 1997 nog slechts 414 Bentleys van de band lopen, is dat aantal in 2016 gestegen tot bijna 12.000. Alle Bentleys worden nog steeds in Groot-Brittannië (Crewe) gebouwd.

Inmiddels heeft Bentley vijf modellen in zijn portfolio, waaronder de in 2017 geïntroduceerde Bentayga, een enorme suv. Deze auto deelt een heleboel techniek met de Porsche Cayenne en de Audi Q8. Ook de overige modellen hebben onderhuids veel gemeen met de duurste modellen van de Volkswagen Groep.
Centenary Specification
Ter viering van het 100-jarig bestaan worden alle nieuwe Bentleys vanaf eind dit jaar tot juli 2019 voorzien van de Centenary Specification. Deze uitvoering is te herkennen aan speciale typeplaatjes en bijpassende goudgerande beeldmerken op de wielen. De dorpellijsten tonen trots de jaartallen 1919 – 2019. Binnenin maken emblemen op het stuur en de schakelpook, en bijzondere stiksels het eeuwfeest compleet.
