In 2018 vieren een heleboel automodellen hun 50ste verjaardag. Daaronder bevinden zich wereldberoemde iconen, maar ook minder bekende muurbloempjes. De komende maanden zetten we wekelijks een of meer van deze vitale vijftigers in het zonnetje. In deze aflevering staat de historie van de Audi 100 centraal.

De A6, de verre opvolger van de Audi 100, is niet weg te denken uit de prijslijst. Toch is het ontstaan van de Audi 100 een wonderlijk verhaal. Het was een project van één man, die in zijn vrije uren aan het knutselen sloeg.

Stiekem werken aan de Audi 100
De Audi 100 ontstond niet na ellenlange vergaderingen tussen directieleden, ontwerpers en techneuten. Het was een geheim project van ingenieur Ludwig Kraus. Hij had in de jaren vijftig bij Mercedes aan de beroemde Silberpfeile-racewagens gewerkt. Later ging hij bij Auto Union in Ingolstadt werken. Dat was eerst nog onderdeel van Daimler-Benz, later van Volkswagen. In Ingolstadt bouwde Kraus – in zijn eigen tijd en met een zelfbedacht computerprogramma – aan een nieuwe auto. Dat was de Audi 100. De nietsvermoedende directie in Wolfsburg kreeg de Audi 100 pas te zien toen hij al af was. Ze hadden eigenlijk al besloten dat in Ingolstadt geen nieuwe auto’s meer gebouwd zouden worden, maar pasten hun plannen toch maar aan.

Geen stuurbekrachtiging
De Audi 100 had voorwielaandrijving, net als de DKW F102 en daarop gebaseerde kleinere Audi’s dat hadden. Voor zo’n grote auto als de Audi 100 was het echter nog best bijzonder. De in lengterichting geplaatste viercilinder motoren leverden 80 tot 115 pk. Verder stond de Audi 100 bekend om zijn ruimte. Er waren versies met twee en vier portieren, in 1970 verscheen ook de Audi 100 Coupé. De eerste jaren moest je stevige armspieren hebben, stuurbekrachtiging werd pas leverbaar in 1971. Aanvankelijk zouden er maar 100.000 exemplaren van de Audi 100 worden gebouwd, maar de vraag was veel groter. De teller stopte in 1977, toen de eerste generatie afzwaaide, na meer dan 825.000 exemplaren.

Ludwig Kraus schrijft historie
De Audi 100 werd een van de meest succesvolle auto’s in de historie van Audi. Hij hield het vier generaties lang vol, tot hij in 1994 door de A6 werd opgevolgd. Generatie 3 (1982) was bij zijn verschijnen de auto met de meest gunstige aerodynamica (Cw-waarde van 0,30). De eerste Audi A6 was niet meer dan een Audi 100 met een ander typeplaatje. Eigenlijk gaat er dus een rechtstreekse lijn van de huidige A6 naar de eerste 100. Zonder Ludwig Kraus was Ingolstadt een onbekend provinciestadje gebleven en had het merk Audi misschien niet eens meer bestaan. In Wolfsburg mogen ze handige Ludwig wel dankbaar zijn voor zijn knutselwerkzaamheden.