Eigenlijk was de Lamborghini Espada de Ferrari GTC4Lusso van zijn tijd: een ietwat curieuze kruising tussen een supercar en een stationwagon. Hij was tegelijkertijd met de Miura op de markt, maar kon qua uiterlijk niet anders genoeg zijn. Is de Espada mooi? Daarover zijn de meningen verdeeld.
Net als de Miura (1966 – 1973) werd de Espada ontworpen door Marcello Gandini, die toen in dienst was van Bertone. Hij deed daarmee een beetje aan zelfplagiaat, want hij baseerde zich op zijn eigen Lamborghini Marzal en Jaguar Pirana, twee studiemodellen uit 1967. De naam van de Espada komt – zoals dat hoort bij een Lamborghini – uit het stierenvechten. Een espada is het zwaard waarmee Spaanse stierenvechters een stier doden. Het zwaard is op de carrosserie van de Lamborghini prachtig in het Espada-logo verwerkt.
Drie series en een one-off
Lamborghini produceerde de Espada maar liefst tien jaar lang, van 1968 tot en met 1978. In die tijd werden 1217 exemplaren gemaakt, waarmee het model tot het midden van de jaren tachtig de meeste succesvolle Lamborghini was, toen de Countach het stokje overnam. Er zijn drie varianten geweest van de Espada: de Series I (1968 – 1970), Series II (1970 – 1972) en Series III (1972 – 1978). Ook is er door Frua een one-off Lamborghini Faena gebouwd, een vierdeurs stationwagon op basis van een Espada Series II-chassis.
Twaalfcilinder uit de Miura
Voor de aandrijving van de grote Lamborghini zorgt de V12 uit de Miura en de 400GT. Een 3,9 liter grote krachtbron met zes Weber-carburateurs, 24 kleppen en vier bovenliggende nokkenassen. Op zijn hoogtepunt (in de Series II) produceerde het blok 350 pk. De meeste Espada’s zijn geleverd met een handgeschakelde vijfbak. Slechts 55 van de 1217 geleverde auto’s hadden een automaat: een drietraps TorqueFlite van Chrysler.
Jaguar Pirana (1967)

Lamborghini Marzal (1967)

Lamborghini Espada Series I (1968 – 1970)

Lamborghini Espada Series II (1970 – 1972)

Lamborghini Espada Series III (1972 – 1978)

Lamborghini Fuena (1978)
