Op 5 maart 2020 zouden de publieksdagen van de salon van Genève 2020 beginnen. Maar in verband met de coronacrisis is de belangrijkste autoshow ter wereld afgelast. Veertig jaar geleden, in 1980, ging de beurs wel gewoon door. Het was zelfs de vijftigste editie, die werd opgeluisterd door een aantal belangrijke nieuwe auto’s. We nemen hier de wereldprimeurs van de salon van Genève nog even met u door.

Audi quattro niet de eerste coupé met 4×4
Van 6 tot 16 maart 1980 konden de bezoekers van de vijftigste salon van Genève zich onder meer vergapen aan de 200 pk sterke Audi Quattro. Hoewel Audi dat wel graag beweert, was de Quattro zeker niet de eerste vierwielaangedreven sportcoupé. Die eer valt te beurt aan de Britse Jensen FF, waarvan tussen 1966 en 1971 ruim 300 exemplaren zijn geproduceerd. Door zijn grote sportieve successen en relatief bereikbare prijs heeft de Audi Quattro echter een veel grotere impact gehad dan zijn Britse voorganger. Momenteel is een oer-Quattro een gewilde klassieker. Volledig begrijpelijk, want ook nu nog zorgen de fantastische vijfcilinder-sound en de goede rijeigenschappen voor heel veel rijplezier.

Fiat Panda: simpelweg geniaal
Minstens zo belangrijk als de Audi Quattro op de salon van Genève 1980 is de Fiat Panda. Het geniale, praktische ontwerp is van Giorgetto Giugiaro en biedt een leuke mix van stoerheid, aaibaarheid en praktisch gebruiksgemak. Aan de binnenkant vallen de simpele, Renault 4-achtige stoelen op, die een verbazingwekkend goed zitcomfort bieden. Een origineel accessoire dat de tijdgeest goed weergeeft, is de verschuifbare asbak – destijds was roken in de auto nog heel gebruikelijk. Helaas bleek de eerse generatie van de Fiat panda bijzonder roestgevoelig, waardoor er maar weinig exemplaren bewaard zijn gebleven. De faceliftversie (1986) met de moderne Fire-motoren is beter tegen corrosie beschermd en gaat stukken langer mee.

Futuristische Renault Fuego
Audi is niet het enige merk met groot coupénieuws. Op de Renault-stand van de salon van Genève 1980 steelt de nieuwe Fuego de show. Het is een futuristische gelijnd model op basis van de vrij saaie Renault 18. De Fuego komt in de windtunnel tot een luchtweerstandscoëfficient van 0,31. Dat is niet het enige waarmee hij opvalt: de Fuego heeft radiobediening aan het stuur en het is de eerste auto die centrale portiervergrendeling met afstandsbediening heeft. In Frankrijk wordt de Fuego wel de Porsche 924 voor de armen genoemd. De Fuego verkocht niet heel slecht, toch stopte de productie al in 1985.

Saab 900 sedan
Saab is begin jaren 80 geen automerk dat grossiert in groot nieuws, maar op de salon van Genève 1980 staat zowaar een nieuw model te pronken. Nou ja, het is eigenlijk een nieuwe modelvariant. Met de vijfdeurs Saab 900 als uitgangspunt hebben de ontwerpers in Trollhättan een vierdeurs sedan getekend, die vooral Amerikaanse klanten moet aanspreken. Het is best een harmonieus model geworden en de achterlichten zien er minder ‘huisvlijterig’ uit dan de units achter op de driedeurs en vijfdeurs versies. Desondanks wordt de sedanversie van de Saab 900 nooit zo populair als de Combi Coupé-modellen met grote achterklep.

Europees gestileerde Japanners
Andere auto’s in de categorie ‘variant op’ zijn de Peugeot 305 Break en de Volkswagen Jetta. In deze periode beginnen veel Japanse fabrikanten zich meer op de Europese dan de Amerikaanse smaak te oriënteren, maar technisch houden ze nog wel aan beproefde concepten vast. Een aantal van die verse Japanners was elders in de wereld al aan het publiek getoond, maar de nieuwe Datsun-Nissan Bluebird en Mitsubishi Lancer maken in Genève voor het eerst hun opwachting op Europees grondgebied.

Ferrari Mondial en Bitter SC
In de exclusieve hoek kan het publiek op de salon van Genève 1980 kennismaken met de vierzits Ferrari Mondial met middenmotor en de Ferrari-achtige Bitter SC, een Duitse coupé met Opel-techniek. Elektrische auto’s spelen in 1980 nog nauwelijks een rol. In een donker hoekje staat alleen de Carville, een onooglijk Britse stadswagentje. Nooit meer iets van gehoord …
