Deze auto’s zijn meer dan ‘slechts’ toerwagenlegendes: de Alfa Romeo GTAm en de BMW 2002 ti behaalden niet alleen tal van overwinningen, ze staan tot de dag van vandaag symbool voor het sportieve DNA van de fabrikanten die ze bouwden.
Vijfde versnelling, we trappen het gaspedaal tot op de bodem. En dat bij de Flugplatz, het snelle gedeelte van de legendarische Nordschleife van de Nürburgring. De Inka-oranje BMW 2002 ti met zijn matzwarte motorkap knalt via de binnenkant van de bocht over de curbstones de sneeuwwitte Alfa Romeo GTAm voorbij. Tijdens de inhaalactie brullen en janken de samen circa 400 pk sterke toerwagenracers uit het jaren 1971 erop los. Oude tijden herleven!

Vandaag brengen we een hommage aan deze topsporters, die eind jaren ’60 en begin jaren ’70 tijdens de hoogtijdagen van de Europese toerwagensport overwinningen aaneenregen. Als het seizoen 1971 op 14 maart in het koninklijke park van Monza van start gaat, heeft net het nieuwe reglement zijn intrede gedaan. Auto’s met een cilinderinhoud tot 1.300 cc vallen in Division 1, Division 2 bevat de racewagens met motoren die een cilinderinhoud tussen de 1.301 en 2.000 cc hebben en auto’s met grotere motoren worden ingedeeld in Division 3.
Toerwagenkampioen Alfa Romeo
De raceteams van de merken Alfa, BMW en Ford blijken in de loop van het seizoen bijzonder aan elkaar gewaagd te zijn, met acht bloedstollende races als gevolg. Startvelden met meer dan honderd deelnemers zijn geen zeldzaamheid en de epische duels tussen Alfa en BMW tijdens langeafstandraces als de 24-uursrace op Spa-Francorchamps staan velen in het geheugen gegrift. Uiteindelijk weet het Italiaanse merk met een totaalscore van 54 punten Europees toerwagenkampioen te worden in de klassen Division 1 en Division 2, terwijl Ford er in de hoogste klasse met de titel vandoor gaat. BMW eindigt met 28 punten op de derde plek in de Division 2-klasse en wordt in de Division 3 tweede met 37 punten. De 02 had van zich laten horen – en zou later nog vele overwinningen behalen.

Ruim veertig jaar later staan de twee hoofdpersonen uit de toenmalige Division 1 en 2 op ons te wachten in een passend decor: de historische paddock onder de Nürburg. De Alfa Romeo GTAm en de BMW 2002 ti rollen op semislicks in de maat 205/60 R 13 uit hun trailer en staan nu te koukleumen in de miezerregen – het is vandaag typisch Eifelweer. Het formaat van hun banden is echter ook het enige dat de twee iconen met elkaar gemeen hebben. Bij de Alfa zitten ze om velgen in de maat 8 x 13 inch, die van de BMW zijn met 7 x 13 inch net een tandje smaller.
De mooiste geluiden
Als we de motoren starten en met korte gasstootjes op bedrijfstemperatuur brengen, wordt al snel duidelijk dat deze vierpitters net zo veel gemeen hebben met hun brave broertjes uit de serieproductie als een huispak van Roy Donders met een maatpak van Savile Row. Allebei zuigen ze de frisse buitenlucht gretig naar binnen via hun inlaatkelken, terwijl de uitlaatpijpen de mooiste geluiden produceren. Wie naar dit tweetal luistert, beseft maar weer eens hoe bekaaid hedendaagse Formule 1-liefhebbers er vanaf komen.
Wie naar dit tweetal luistert, beseft hoe bekaaid hedendaagse Formule 1-liefhebbers er vanaf komen
Deze Alfa Romeo GTA was geen sportief opgetuigde straatversie zoals zijn latere naamgenoten, maar een model dat met de autosport in het achterhoofd werd ontwikkeld en van 1965 tot 1975 werd gebouwd. De afkorting GTA staat voor ‘Gran Turismo Alleggerita’, waarvan het laatste woord Italiaans is voor ‘lichter gemaakt’. De mannen van Alfa Romeo hebben bij de ontwikkeling van dit model dus goed op de kilootjes gelet, met als doel om een stevig potje mee te gaan blazen in de toerwagensport.
Superlicht materiaal
Door de toepassing van aluminiumlegeringen en door het interieur zo veel mogelijk te strippen woog de GTA slechts 745 kilo, toch een slordige 200 kilo minder dan het model waarvan hij was afgeleid. De zichtbare carrosseriedelen zijn van het superlichte materiaal Peraluman gemaakt en met popnagels bevestigd aan de stalen carrosseriestructuur. Deze popnagels zijn op auto’s die nog in originele staat verkeren dan ook veelvuldig aan te treffen, bijvoorbeeld langs de randen van het dak achter de regengoten.

Een GTam is trouwens een absolute zeldzaamheid, want het merk bouwde vanaf 1967 na het debuut van de 1750/2000 GT Veloce slechts 40 exemplaren met tweelitermotor. De kleine m in de typeaanduiding staat voor ‘maggiorata’, wat ‘vergroot’ betekent. Het exemplaar dat deze pagina’s siert, is geen originele GTam, maar een indrukwekkend goede replica op basis van een normale Alfa Romeo Bertone.
Dubbele Weber-carburateurs
Ondanks de brede carrosserie weegt de auto slechts 920 kilo, waar de potente motor maar weinig moeite mee heeft. De bekende Alfa-motor met dubbele nokkenassen is in dit geval voorzien van twee dubbele Weber-carburateurs, scherpere nokkenassen, andere zuigers, grotere kleppen, een lichtere kleppentrein, een fijngeslepen krukas en een high-performance aluminium radiateur. Het resultaat van alle inspanningen liegt er niet om: de tweeliter is nu goed voor een slordige 200 pk in plaats van de 131 paarden waarmee hij de fabriek verliet.

Daarnaast werd een veiligheidstank met 100 liter inhoud en het remsysteem van een Porsche 911 S gemonteerd. Ook vandaag de dag is dit dus nog een geduchte tegenstander, maar dan in de historische autosport. In combinatie met de versnellingsbak met korte overbrengingen is dit Alfaatje – waarvan de snelheidsmeter en toerenteller worden omringd door excentriek ogend slangenleer – in staat tot een topsnelheid van 215 km/h. Gelukkiger staat hij wel op steviger wielen dan destijds: ze ogen alsof ze net als toen van magnesium zijn gemaakt, maar dat materiaal bleek niet altijd opgewassen te zijn tegen de intensieve belasting in de autosport.
Inka-oranje BMW 2002 ti
De BMW 2002 ti die het vandaag in de Groene Hel opneemt tegen zijn eeuwige plaaggeest, is eveneens helemaal klaar voor de strijd. De van huis uit al lichte auto (990 kilo) is door de toepassing van een kunststof motorkap en achterklep 20 kilo afgevallen. Het vakkundig leeggeruimde interieur beschikt alleen over de broodnodige bedieningselementen, helemaal in lijn met het motto ‘form follows function’ dat ook in de (historische) autosport zo populair is.

De met een stevige rolkooi uitgeruste BMW wordt overigens niet alleen maar op circuits ingezet, de Inka-oranje 2002 met matzwarte motorkap wordt door zijn eigenaar af en toe tevens over gravelwegen en bospaden gejaagd tijdens klassiekerrally’s. Een rustig leventje is deze racer dus ook op zijn oude dag niet gegund. De motor en versnellingsbak hebben bijzonder weinig meer gemeen met de exemplaren die in de standaard 2002’s zijn te vinden.
Open inlaattrechters
De mengselbereiding voor de M10-viercilinder wordt in dit geval verzorgd door 48 mm dubbele Weber-carburateurs met open inlaattrechters die zó groot zijn dat het bijna ongepast is. De vierpitter is voorzien van een lichtmetalen cilinderkop met bovenliggende nokkenas en een vijfvoudig gelagerde krukas. Net als zijn Italiaanse tegenhanger levert deze tweeliter ongeveer 200 pk, waardoor het vandaag opnieuw een nek-aan-nekrace belooft te worden.

Waar de Alfa Romeo GTam indertijd door Autodelta werd gebouwd, mochten enkele gerenommeerde BMW-veredelaars los op de 2002 ti: Alpina, GS-Tuning, Koepchen en Schnitzer behaalden hun eerste racesuccessen met de door hen geprepareerde en getunede 2002’s, die daarmee ook de basis legden voor de hechte band tussen de fabrikant uit München en zijn ‘huistuners’. Het snelle topmodel van de 02-reeks luisterde vanaf 1967 naar de naam ti, wat staat voor ‘turismo internazionale’. De 120 pk sterke 2002 ti maakte in 1968 zijn debuut en bleef tot 1972 onderdeel uitmaken van BMW’s modellengamma.
Twee jaar voordat hij te koop was voor het grote publiek, baarde het model op de Nürburgring al opzien. Met Hubert Hahne achter het stuur wist een BMW 2002 ti op 6 augustus 1966 voor het eerst onder de 10 minuten-grens te duiken door de ‘Ring in 9:58,5 minuten te ronden. In 1971 ging de BMW 2002 ti vervolgens de strijd aan met de Alfa Romeo GTAm in de Europese toerwagenracerij.
Aan elkaar gewaagd
De Duitser en de Italiaan waren aan elkaar gewaagd, maar ze bevinden zich op een heel verschillend punt in hun carrière: terwijl de Alfa zich op de top van zijn roem bevindt, moeten de hoogtijdagen van de BMW 02 nog komen. BMW zou nog tot halverwege de jaren ’70 een stevig robbertje met Ford vechten om de Europese en Duitse toerwagentitel. Alfa wist met de GTA daarentegen alleen nog successen te behalen in de 1300-klasse en verloor stap voor stap de aansluiting met de concurrentie te verliezen.

Als we een nadere blik werpen op de twee toerwageniconen die nu vreedzaam naast elkaar staan in de historische pitboxen van de oude paddock van de Nürburgring, kun je ook zien dat ze zich elk op een ander punt in hun carrière bevonden. Wat design betreft, zouden de twee niet meer van elkaar kunnen verschillen. Het strakke, sobere lijnenspel van de 2002 ti oogt ook met de met popnagels bevestigde spatbordverbreders duidelijk moderner dan dat van Alfa’s fraaie coupé, waarvan de carrosserie alleen uit rondingen lijkt te bestaan.
Als het om het aantal popnagels gaat, geeft de door Bertone ontworpen coupé de BMW het nakijken. Op wonderschone wijze hebben de carrosseriebouwers beide zijden van de GTAm versierd met 86 zilverkleurige popnagels, die het plaatwerk sieren als diamantjes. Daar kan de 2002 ti niet tegenop met zijn zwarte popnagels, bovendien zijn het er slechts 33 per zijde.
Slangenleren rand
Als we een blik in het interieur werpen, zien we dashboards die ondanks hun spartaanse uitvoeringen nog veel overeenkomsten vertonen met de auto’s waar Günther en Giuseppe indertijd in rondreden. Zo wordt de BMW-coureur van informatie voorzien door drie eenvoudige ronde klokken. In de Alfa is het van hetzelfde laken een pak: het instrumentarium van de GTA beschikt over twee grote ronde klokken, die net als bij de straat-Bertone de snelheid en het toerental weergeven.
Bijzonder en exclusief voor de raceversie is echter wel de slangenleren rand rond beide meters. Autosport gaat immers niet alleen maar om doorontwikkelde techniek. Het gaat om passie en om liefde voor de raceauto’s, de circuits, de coureurs en het merk dat vertegenwoordigd wordt. Elke overwinning was (en is) een morele overwinning voor de teamleden en de successen blijven in het geheugen gegrift staan – of de grille nu werd getooid door de scudetto uit Milaan of de nieren uit München.
Classic Cars #48
In deze editie: Alpine A110 1600, Alpine A310 S, Alpine V6 Turbo Le Mans, BMW 325i Cabrio, BMW Z1, General Motors EV1, Jaguar XJ40, Lancia Fulvia Berlina, Mercedes 320 Kombinations-Coupé, Mercedes C 111 II D, Packard Hawk, Peugeot 406 Coupé, Renault 4 F4, Studebaker Golden Hawk, Sunbeam Venezia, Volvo C70 Coupé