Een klassieke roadster bewaar je niet voor jezelf. Je gaat er samen met je lieftallige partner mee op verkenning, naar de mooiste plekjes van het land. De Austin-Healey Sprite, de Fiat 850 Spider en de Peugeot 204 Cabriolet verleiden je elk op hun eigen wijze.
Schat, ik moet je iets vertellen.” Het werd eens tijd, want je wederhelft had al even haar vermoedens. De laatste maanden ging je ’s avonds steeds vaker de deur uit, zogenaamd voor ‘nog even een blokje om’ of voor een vergadering van de sportclub. Dan kwam je pas twee of drie uur later weer thuis, met gloeiende wangen, een warrige haardos en de bovenste knoopjes van je overhemd los. Dat je niet het achterste van je tong liet zien, was haar wel duidelijk. Toch heeft ze je er nooit op aan willen spreken. Ze merkte namelijk dat het ‘benen strekken’ je goed deed, je straalde vrolijkheid uit en soms zat je haar op een bepaalde manier aan te kijken. Ze stond je avondlijke uitstapjes oogluikend toe, ook al wist ze niet precies wat je voor haar geheim hield.
Ze schuift de krant terzijde en kijkt je verwachtingsvol aan. Je hebt maanden lang geprobeerd om niets prijs te geven van je avonturen in de avonduren. Alleen op je werk kon je via internet op zoek gaan naar de juiste contacten, zodat alles voor je echtgenote geheim bleef. Nee, je bent nooit slordig geweest – toch? Maar goed, nu is het moment rijp, de hoogste tijd om haar op de hoogte te stellen. “Liefje, ik wil dat je je spullen inpakt.” Ze richt zich verrast op en in het licht van de leeslamp zie je dat haar ogen beginnen te glinsteren. “Het wordt prachtig weer de komende dagen, dus ik dacht dat je het misschien wel leuk zou vinden om samen op pad te gaan. En ik heb nog een verrassing voor je. Die staat buiten voor de deur.”

Stad en land
Na zes jaar leveranciers zoeken, onderdelen verzamelen, het laswerk uitbesteden, sleutelen en een paar maanden doorpakken in de avonduren voor de opbouw, is de restauratie van jullie zo geliefde klassieker eindelijk volbracht. Je bent in je missie geslaagd: je vrouw heeft nooit kunnen bedenken waar je zo laat in de avond nog mee bezig was. Je had haar destijds immers verteld dat de auto niet meer gered kon worden, waarop ze diep bedroefd reageerde en nog wekenlang heeft lopen mijmeren over alle goede herinneringen. De talloze uitstapjes, de vele vrienden die jullie tijdens klassieker- en clubevenement hebben leren kennen, het huwelijk van jullie dochter en schoonzoon – je vond het zelf ook erg verdrietig dat de auto niet meer door de keuring kwam.
Maar ja, hoe lang maakt-ie nu al deel uit van het gezin? Dat moet toch gauw zo’n 35 jaar zijn. Omdat hij nooit veel geld gekost heeft, hoefde hij ook de deur niet uit toen de kinderen opgroeiden en gingen studeren. Je kunt je nog goed herinneren hoe lang jullie stad en land hebben afgezocht naar de auto die jullie allebei een goed gevoel gaf. Een MGB, enkele Spitfires, een paar Karmann-Ghia’s, wat Alfa’s Spider, een Sunbeam Alpine en een Renault Caravelle, ze waren het allemaal net niet – óf te duur in aanschaf, óf niet leuk genoeg, óf te veel sleutelwerk om ‘m op de weg te houden. Uiteindelijk bleven drie gegadigden over: een Austin-Healey Sprite Mk IV, een Fiat 850 Spider en een Peugeot 204 Cabriolet.

Austin-Healey: volgens oud Brits recept
Zelf zag je de Austin-Healey Sprite wel zitten, een roadstertje volgens oud Brits recept. De techniek was als Meccano voor grote mensen: kinderlijk eenvoudig, met BMC’s bekende A-series motor voorin en de aandrijving op de achterwielen. In de Austin-Healey Sprite Mk IV, die tussen 1966 en 1970 werd gebouwd, lag de leukste versie van de A-motor: de 1275 cc-versie die in overdwarse richting ook de Mini Cooper S aandreef. Voor de Sprite was het vermogen afgesteld op 65 pk, wat voor een autootje met een gewicht van 710 kilo voor heel leuke prestaties zorgde.
De techniek is als Meccano voor grote mensen: kinderlijk eenvoudig.
Je moest het rijplezier niet in een rechte lijn zoeken, want veel harder dan 150 km/h liep de Austin-Healey niet. Nee, de Sprite kwam het beste tot zijn recht op bochtige wegen. Mede doordat je met je billen zo laag boven het asfalt zat, kreeg je de indruk dat het allemaal veel harder ging dan de snelheidsmeter meende. In de Austin-Healey Sprite was de rijbeleving eind jaren zestig al klassiek: de wielbewegingen werden op hobbels en kuilen met straffe hand in toom gehouden. Net zoals de Sprite Frogeye uit 1958 stond de Mk IV nog altijd op een onderstel met ouderwetse armschokdempers voor en een starre as met een dik pakket bladveren achter.
Knusjes
De vering van de Austin-Healey Sprite was misschien niet van de meest beschaafde soort, maar de wegligging van de auto zorgde voor groot vermaak. Als je eenmaal plaats had genomen in het kuipstoeltje – wat door de lage zit, het kleine deurtje en het grote stuur nog niet zo gemakkelijk ging – zat je in een actieve houding met gestrekte benen en met het pookje perfect onder handbereik. Je kon je bovendien volledig op de weg concentreren, want veel meer dan het hoogst noodzakelijke had de Sprite niet aan boord om je af te leiden.

In het krappe spartaanse interieur zit je knusjes schouder aan schouder.
Des te leuker zou het zijn om er met z’n tweeën op uit te trekken, in de Sprite. In het krappe spartaanse interieur zat je knusjes schouder aan schouder, wat bij het betere bochtenwerk soms best handig was. Dan kon je in een krappe haarspeld even een elleboog op haar heup laten rusten, zogenaamd om het stuur ‘op slot’ te zetten. Ja, wanneer er bochten in het verschiet lagen, raakte de kleine, lichte Austin-Healey Sprite in zijn element. Zo min mogelijk snelheid verliezen, luidde het devies, waarbij de auto enigszins rollend over zijn lengteas van de ene naar de andere curve danste. Zonder dat de absolute snelheid nou zo hoog opliep, voelde je jezelf een volleerd coureur. Dat sportieve karakter werd onderstreept door de donkere uitlaatbrom die de Austin-Healey liet horen. Hoewel het geluid tijdens lange ritten over minder enerverende wegen soms ook wel een beetje vermoeiend werd.

Fiat 850 Spider: getekend door Bertone
Dat was in de Fiat 850 Spider wel anders: het lawaai dat het mechaniek schopte, bleef allemaal achter je. Want in tegenstelling tot de Austin-Healey Sprite had de Fiat 850 Spdier zijn motor helemaal achterin liggen. Lange tijd was deze goedkope methode bij kleine auto’s heel gebruikelijk, maar in de jaren zestig stapten steeds meer fabrikanten over op modernere aandrijflijnen. Met een inhoud van 903 cm3 schopte de uit de Fiat 127 en Autobianchi A112 bekende vierpitter het tot een vermogen van 52 pk, waarmee de Fiat 850 Spider niet eens zo veel langzamer was dan de Austin-Healey Sprite. En het zangerige, wat meer gedempte geluid dat uit de motorruimte achterin kwam, lag heel aangenaam in het gehoor.
In de Fiat 850 Spider kun je bijna voetjevrijen.
Zoals het ontwerp van de 850 Spider op zijn beurt erg prettig op het netvlies lag. De tweezitter, die getekend was door de Italiaanse meester Bertone, had geslaagde proporties en door de subtiele lijnvoering met een lage neus en de kleine bolling in de achterschermen, oogde de auto heel elegant. Ook in het interieur was genoeg leuks te zien: een symmetrisch dashboard met een reeks mooie klokken en stijlvolle houten sierdelen, een lange pook met een zwarte ronde knop en natuurlijk het sportieve stuurtje met houten rand – het leek net alsof je in een kleine Ferrari GT zat. Dat de Fiat 850 Spider gebaseerd was op de alledaagse Fiat 850 Berlina, merkte je pas als je plaats had genomen. De wielkuipen staken diep het interieur in, waardoor je gedwongen werd een beetje schuin te gaan zitten, met je benen richting het midden. In plaats van schouder aan schouder te zitten zoals in de Austin-Healey Sprite, kon je in de 10 centimeter bredere Fiat 850 Spider bijna voetjevrijen met je passagiere.

De standaarduitrusting is compleet en het veercomfort van de Fiat 850 Spider staat op een hoog niveau.
Zwierend staartstuk
Nieuw kostte de Fiat bijna 1000 gulden minder dan de Austin-Healey, maar dat maakte van de Fiat 850 Spider beslist niet de mindere auto. De standaarduitrusting was completer en het veercomfort van de auto stond op een hoger niveau. Rondom had de Fiat 850 Spider schroefveren en telescoopschokdempers en als je over een weg reed met glooiende kuilen, voelde je de achterkant door het gewicht van de motor een beetje deinen. Aangezien er op de neus maar weinig gewicht drukte, bestond de vrees dat er van de stabiliteit op hogere snelheid weinig over bleef. Maar de vrees voor een losbandige wegligging was ongegrond: ondanks de ongunstige gewichtsverdeling hoefde voor in de kofferbak geen zandzakken gelegd te worden. Je hoefde ook niet bang te zijn dat je in een snel genomen bocht plotseling door de achterkant ingehaald zou worden. Heel soms zwierde het staartstuk van de Fiat wel eens een stapje opzij, maar dat droeg eigenlijk alleen maar bij aan het sportieve rijplezier.

Peugeot 204 Cabriolet: mediterraans tafereeltje
De Peugeot 204 Cabriolet bood een heel andere soort plezier. Zodra je het portier opentrok, merkte je al wat er aan de hand was: een riante instap, brede zachte stoelen en een hoge zit. Sportiviteit was bij deze auto niet aan de orde, hier stond juist het reiscomfort op huizenhoog niveau. En dat straalde de Peugeot 204 Cabriolet ook uit: een chique vormgeving en een interieur dat is afgewerkt met mooie materialen. Elke straathoek veranderde in een mediterraans tafereeltje. In zijn verschijning en bewegingen oogde de auto gracieus als een mannequin.
Maar als dat van een topmodel gevraagd wordt, laat ze zien dat ze een topconditie heeft. Qua vermogen elleboogde de 204 Cabriolet zich tussen de Austin-Healey Sprite en de Fiat 850 Spider in. De lichtmetalen viercilinder mat 1130 kubieke centimeter en leverde 55 pk. Daarmee was de Peugeot 204 Cabriolet op papier iets sneller op de sprint dan de Fiat 850 Spider, al leek hij dat in de praktijk niet waar te kunnen maken. Je schakelde met een pook aan de stuurkolom, het grote stuur lag bijna in je schoot en de vering liet de carrosserie soepeltjes over het wegdek wiegen. Wat de Peugeot 204 Cabriolet juist níet aanmoedigde, was een gedreven rijstijl.
In zijn verschijning en bewegingen oogt de Peugeot 204 Cabriolet gracieus als een mannequin.
Vergeleken met de Austin-Healey Sprite en de Fiat 850 Spider was de bouwwijze van de Peugeot 204 Cabriolet behoorlijk vooruitstrevend. Eind jaren zestig bestonden er nog maar heel weinig auto’s die voorin een dwarsgeplaatste motor hadden liggen. Bij de Peugeot 204 lag het blok (met bovenliggende nokkenas) ook nog eens sterk naar achteren gekanteld, zodat de versnellingsbak en het differentieel er gemakkelijk onder pasten. Met deze constructie week Peugeot voor het eerst af van de traditionele achterwielaandrijving – waar motor en aandrijving bij de Austin-Healey Sprite voor en achter lagen en bij de Fiat 850 Spider alles achterin gebeurde, kwam de Peugeot 204 Cabriolet in 1965 met een moderne voor/voor-verdeling.

Dat de Peugeot 204 Cabriolet eerder een boulevardier was dan een sportieve tweezitter, werd wel duidelijk wanneer de achtervolging op de Austin-Healey Sprite en de Fiat 850 Spider werd ingezet. Door de combinatie van de voorin liggende aandrijfeenheid en de soepele vering, ging de auto in snel genomen bochten vol drama op zijn buitenste voorwiel hangen en tilde hij heel soms zelfs zijn binnenste achterwiel op. Had de carrosserie zich eenmaal in de vering ‘gezet’, dan viel de bochtsnelheid nog best hoog op te voeren. Maar uiteindelijk verloren de banden om de voorwielen toch hun grip op het asfalt en schoof de Peugeot 204 rechtdoor van de ingestuurde lijn af. Een wat lagere bochtsnelheid lag de auto beter. En dat kwam ook het rijcomfort ten goede.
De Peugeot 204 Cabriolet is eerder een boulevardier dan een sportieve tweezitter.
Hand in hand
Omdat hij meer ruimte en comfort bood, was de Peugeot 204 Cabriolet zeker voor langere ritten en vakanties een zeer verleidelijke auto. Achter in de kofferbak kon je bovendien wat meer spullen kwijt dan in de Austin-Healey Sprite en in de Fiat 850 Spider, waarmee de trips en het verblijf op je bestemming ook wat comfortabeler werden.
Toch had de Austin-Healey Sprite in al zijn eenvoud iets onweerstaanbaars. Met zijn sportieve rijeigenschappen en charismatische motor was het een uiterst vermakelijke auto. Eentje die je uitdaagde de grenzen te verleggen en op een mooi traject garant stond voor een intense rijbeleving. Dan maar een paar tassen minder mee op reis.
Terwijl de Peugeot 204 Cabriolet je probeerde te verleiden met een zwoele blik en soepele bewegingen, wilde de Austin-Healey Sprite de aandacht trekken met puur vermaak. En de Fiat 850 Spider? Die liet zien dan schoonheid en temperament prima hand in hand konden gaan. De Fiat 850 Spider combineerde sportieve rijeigenschappen met comfort, en zag er ook nog eens zeer appetijtelijk uit. Ach, het maakte uiteindelijk niet uit welke auto het werd. Alle drie brachten ze jullie in de verleiding voor een langdurige ménage à trois.
Classic Cars #48
In deze editie: Alpine A110 1600, Alpine A310 S, Alpine V6 Turbo Le Mans, BMW 325i Cabrio, BMW Z1, General Motors EV1, Jaguar XJ40, Lancia Fulvia Berlina, Mercedes 320 Kombinations-Coupé, Mercedes C 111 II D, Packard Hawk, Peugeot 406 Coupé, Renault 4 F4, Studebaker Golden Hawk, Sunbeam Venezia, Volvo C70 Coupé