De meest verrassende verhalen gaan schuil achter auto’s die je niet kent. Zoals het verhaal van de Ford Thames 307E uit 1961, een compacte bedrijfswagen gebaseerd op de Anglia 105E.
De leukste ontmoetingen komen onverwachts. Zoals onze ontmoeting met deze Ford Thames 307E uit 1961, een speciaal voor de Britse eilanden gebouwde kleine bedrijfswagen op basis van de Ford Anglia 105E. De Thames 307E werd gebouwd voor wat wij tegenwoordig zzp-ers noemen, in een tijd dat het merendeel van de vaklieden zelfstandig was. De compacte Thames Van was een alleskunner met verrassend veel comfort en rijgemak, zelfs naar de huidige maatstaven.

De Ford Thames 307E verving in het voorjaar van 1961 de Thames 300E, die nog altijd gebouwd werd op basis van de Anglia 100E uit 1953. Van die 300E werden er in zeven jaar tijd bijna 200.000 gebouwd. Ford of Britain – de Engelse afdeling van Ford of Europe – was erg belangrijk voor het Amerikaanse concern, de Britse markt was een van de grootste voor het merk en in die tijd was het heel normaal dat er modellen speciaal voor Groot-Brittannië werden gebouwd. Dit was ook het geval bij de 307E, maar dat wil niet zeggen dat het afzetgebied tot het Verenigd Koninkrijk beperkt bleef. De compacte bedrijfswagen werd door Ford Of Britain ontwikkeld, maar ook linksgestuurd gebouwd en kwam als 308E ook op de Europese markt. Alleen in Duitsland werd hij niet verkocht.
De bedrijfswagens uit Dagenham en later Halewood (vanaf 1963) waren populair bij de Britse vak- en ambachtslieden. Loodgieters, bakkers, houtbewerkers en schilders zweerden bij de praktische Fords en de naam Thames werd in de jaren vijftig en zestig gebruikt voor een hele reeks commerciële voertuigen. Overigens kwam er met de komst van de eerste – eveneens Britse – Ford Transit een einde aan die naamgeving. De Transit is nog altijd enorm populair en staat tegenwoordig voor een scala lichte en middelzware bedrijfswagens.
Verbazend comfortabel
De in Groot-Brittannië gebouwde bestelwagens van Ford werden goed verkocht en niet voor niets, zo ontdekten we tijdens een rit door het prachtige zuidwesten van Engeland. Onze testauto rijdt namelijk verbazend gemakkelijk en comfortabel. De compacte 998 cc viercilinder loopt na 50 jaar nog steeds als een zonnetje. Het grote, dunne stuur geeft heel weinig gevoel en het is zoeken op de weg, wat nog eens versterkt wordt door de smalle bandjes. Toch gaat het sturen verbazend modern voor een bedrijfswagen van een halve eeuw oud.

Want laten we wel wezen, bedrijfswagens zijn niet bepaald de meest technologische statements van hun tijd. Bij bedrijfswagens komt het aan op duurzaamheid, bruikbaarheid en kosten per kilometer. Zeker halverwege de vorige eeuw, toen automobiliteit op zich nog een luxe was, stond comfort en luxe niet hoog op het prioriteitenlijstje. Auto’s in het algemeen en bedrijfswagens in het bijzonder moesten praktisch zijn. Dat is ook aan deze Ford te merken.
Spartaans interieur
Het interieur van de Thames 307E is bijzonder spartaans. Het stuur, de versnellingspook en de handrem lijken te kunnen afbreken in de forse handen van een loodgieter. Alles wat er aan boord moet zijn is er, maar niet veel meer. Des te mooier vinden we nu de dingen die wel aan boord zijn. Wat destijds als eenvoudig en robuust was bedoeld, is nu in onze ogen industrieel design. Kijk bijvoorbeeld naar de prachtige schuifknoppen voor de verwarming en ventilatie. In moderne auto’s zou je de metalen schuiven vanwege de veiligheid niet eens mogen gebruiken, toen was er geen andere keuze.
De stoeltjes zijn dunner dan dun en geven geen enkele steun in de zij, terwijl de vering voor behoorlijk week is en de auto in bochten met veel plezier op zijn zijkant gaat hangen. Achter is van vering minder sprake, onze 7 cwt-versie heeft een laadvermogen van 350 kilo (7 Centum Weight, 112 pounds) en daarom een behoorlijk harde en technisch simpele achtervering. Naast deze ‘zware’ versie was ook een versie beschikbaar met een laadvermogen van 250 kilo: of 5 cwt.

Het ging de Ford of Britain erom een compacte, praktische bedrijfswagen te maken. De laadvloer is vlak, door de twee openzwaaiende deuren prima te bereiken en afgewerkt met glad plaatmateriaal, zodat je gemakkelijk je gereedschap of de kratten met brood aan boord brengt. Die stonden dan wel volledig vrij in de ruimte en aan een tussenwand, voor de veiligheid van de chauffeur en zijn hulpje, werd nog niet gedacht. Met het weinige verkeer in die tijd, het gebrek aan topsnelheid en de matige werking van de remmen, leverde dat weinig problemen op.
Ford Anglia-techniek
Ford gebruikte de techniek van de Anglia 105E (1959-1967). Van deze auto werden meer dan een miljoen exemplaren gebouwd en de onderdelen waren goedkoop en ruim beschikbaar. De Thames 307E werd in dezelfde fabrieken gebouwd als de Saloon. Al is de bestelwagen onmiddellijk te herkennen als Anglia, qua plaatwerk bleef weinig hetzelfde. Ford verkleinde de overhang van de bestelwagen om meer ruimte te creëren. Tot aan het schutbord is de 307E identiek aan de 105E; de deuren werden ingekort en de voorruit werd verhoogd en meer rechtop gezet. Aan alles is te zien dat de auto vooral betaalbaar moest blijven, zo kan het slotje voor de achterdeur zo afkomstig zijn van moeders kelderkast. De nieuwprijs voor de 7 cwt-versie bedroeg in 1961 447 Pound, de lichtere 5 cwt kostte 387 Pound.
Het ijverige viercilindermotortje stond niet garant voor ronderecords, maar was wel uiterst duurzaam en zorgde ervoor dat je nooit achterbleef op de rest van het verkeer – zelfs nu nog komen we prima met het verkeer op de Britse B-wegen mee. En wanneer het even wat behelpen is, krijgen we alle ruimte van de Engelsen, waarvan de oudere verkeersdeelnemers de Ford vast en zeker uit hun jeugd herkennen. Engeland is gek op Ford en het behoud van cultuurgoed wordt gewaardeerd. Terwijl we door de dorpjes tuffen, krijgen we regelmatig goedkeurende blikken. Iedereen lijkt bereid wat tijd te verliezen door ons voor te laten gaan.

Met de compacte viercilinder was Ford zijn tijd ver vooruit. De grote oliecrises moesten nog komen – het idee dat de olievoorraad überhaupt eindig was, moest nog geboren worden. Ford zag blijkbaar de noodzaak van grotere motoren – in ieder geval in dit segment en aan deze kant van de oceaan – al niet meer in en koos voor de 307E voor de verrassend soepele motor uit de Anglia.
E.W. Henderson
De onverwachte ontmoetingen in het leven zijn niet zelden ook de meest interessante. We waren helemaal niet in Engeland voor deze opmerkelijke Ford-bestelwagen en een bedrijfswagen popt niet meteen in je hoofd op je een klassieker wilt gaan rijden. De auto is eigendom van Fords Heritage Center, dat gevestigd is in een onopvallende golfplaten loods op het fabrieksterrein in Dagenham. De 307E ziet er nog altijd goed uit en wordt, samen met meer dan honderd andere klassieke Fords, door een team van (gepensioneerde) topmonteurs in goede rijdbare conditie gehouden.
De typische belettering zal u niet ontgaan zijn. Natuurlijk zit ook daar een verhaal achter. De inmiddels zeldzame 7 cwt was ooit van patroonontwerper E.W. Henderson, die werkte in een van de gieterijen van Ford in Dagenham. Na zijn dood behield zijn vrouw de auto een tijdje, voordat ze hem aan het Heritage Center doneerde. De 307E werd opgeknapt, rijdend gemaakt en kreeg de naam en functie van de originele eigenaar op de flanken geschilderd, ter nagedachtenis aan zijn werk en leven. Ambachtslieden krijgen tegenwoordig misschien wel veel te weinig waardering en in zekere zin geldt exact hetzelfde voor hun bedrijfswagens. Ook de 307E verdient een mooie plaats in de geschiedenis van de automobiliteit.
Classic Cars #30
In deze editie: Fiat 500, Porsche 914, Renault 16, Volvo 1800 S, Jaguar XJ, Volkswagen Golf V GTI en nog veel meer.