De Buick Roadmaster Estate Wagon uit 1949 is een van de mooiste woodies die de Amerikanen ooit hebben gebouwd. We starten de 5,2-liter grote achtcilinder lijnmotor van een van de weinige overgebleven exemplaren.
Het verhaal gaat dat Harley Earl, voormalig designchef van General Motors, in 1941 een bezoek bracht aan vliegtuigbouwer Lockheed. Bij toeval zag hij in een loods het prototype van de P-38 Lightning staan. Earl was zó overdonderd van de Lightning dat hij voor Buick een nieuwe vormtaal bedacht. Een vormtaal waarin de invloeden uit de luchtvaart duidelijk terug te zien waren.

Portholes: ontwerper geïnspireerd door de P-51 Mustang
Neem nu de Buick Roadmaster uit 1948. Het fraaie ornament op de motorkap doet meteen denken aan het vizier van een jachtvliegtuig. Zo vlak na de Tweede Wereldoorlog moet menig oorlogsveteraan een traantje hebben weggepinkt bij het zien van het zoeklicht op het linkerspatbord. Of wat te denken van de vier portholes aan de zijkant van de auto? Voor deze luchtgaten liet Buick-ontwerper Ned Nickles zich inspireren op de P-51 Mustang.
Nickles was zijn eigen auto ook al te lijf gegaan met een plaatschaar. Met oranje verf wilde hij de illusie wekken dat er vlammen uit de uitlaten sloegen. Buick-baas Harlow Curtice vond het allemaal geweldig. Toen hij de ontwerpen zag van de nieuwe modelreeks, hoefde hij geen moment te twijfelen: de portholes moesten blijven. De basismodellen werden van twee keer drie gaten in de voorspatborden voorzien. De grotere Roadmasters kregen twee keer vier zogenaamde ‘Venti Ports’ – in beide gevallen zonder opgeschilderde vlammen.

Vier versies Buick Roadmaster
Het meest karakteristieke element van de Buick uit 1949 waarmee we vandaag op pad zijn, heeft weinig met de luchtvaart te maken. De Roadmaster 70-serie werd verkocht in vier verschillende uitvoeringen. Je had de vierdeurs Model 71, de 76C Convertible, de 76S Coupé en de 79 Estate Wagon. De Estate Wagon is een van de mooiste woodies uit de late jaren veertig. Dat dergelijke auto’s in de Verenigde Staten niet met een geheel stalen carrosserie gebouwd werden, had een eenvoudige reden. Eind jaren veertig, begin jaren vijftig verkochten de Station Wagons – oftewel: auto’s waarmee je naar het treinstation reed om pluimvee of graan op te halen – zo slecht, dat het simpelweg niet loonde om deze bestelwagens op de reguliere assemblagelijn te bouwen.
In geval van de Buick Roadmaster werd de houten opbouw door specialist MBC gemaakt. Daarbij werd het houten geraamte van esdoorn en iep afgewerkt met mahoniehout.
De handgebouwde opbouw is van een ongelooflijk goede kwaliteit en past voortreffelijk bij de chique uitstraling van de Buick. Leren bekleding op de brede banken, hoogpolig tapijt van schapenwol, houten deurpanelen en een schitterend gedetailleerde dakdrager. Na zo’n 70 jaar straalt de Buick nog steeds een enorme rijkdom uit. Niet voor niets is de Roadmaster Estate Wagon tegenwoordig veruit het meest waardevolle model uit de 70-reeks.
De handgebouwde houten opbouw is van een ongelooflijk goede kwaliteit.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog
Van de rijeigenschappen van de Buick moet je niet te hoge verwachtingen hebben. Dit is een Amerikaanse auto van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Daar bestond het wegennet nog voor een belangrijk deel uit kaarsrechte, onverharde paden. Een flinke bodemvrijheid was een vereiste en het onderstel moest drie belangrijke zaken bieden: veercomfort, veercomfort en nog meer veercomfort. Vanachter het stuur van de Roadmaster laat deze onwrikbare drie-eenheid zich het beste beleven.
De XXL-Buick wiegt met een stoïcijnse gelatenheid over het allerslechtste wegdek. Amerikaanse autojournalisten schreven destijds dat de Roadmaster ‘als een marshmallow door de bocht gaat’. Dat stuurbekrachtiging pas vanaf 1952 op de optielijsten van General Motors te vinden was, zal een automobilist in het land van de eindeloze highways niet als vervelend hebben ervaren. Maar op de smalle, bochtige wegen van Europa is een ritje met deze meer dan twee ton wegende reus een enerverende belevenis …
Amerikaanse autojournalisten schreven dat de Roadmaster ‘als een marshmallow door de bocht gaat’.
Fireball Dynaflash Eight
Met trommelremmen rondom, die elke vorm van een goede vertraging vreemd is, kom je al gauw ogen tekort. Je moet ver voor je uit kijken en anticiperen op een auto, een voetganger of een rood verkeerslicht dat plotseling voor de hoge neus van de Buick opdoemt. Ach, de 5,2-liter achtcilinder lijnmotor vindt het wel prima, zo. Er staat dan wel Fireball Dynaflash Eight in rode letters op het kleppendeksel, maar met zijn enkele Stromberg-carburateur is de motor in de eerste plaats op veel koppel afgesteld. Een muscle car is de Roadmaster geenszins.
Ook de tweetraps Dynaflow-automaat, die in de Tweede Wereldoorlog al werd toegepast in het M18 Hellcat rupsvoertuig, draagt bij aan een ontspannen rijstijl. De bak wil zo snel mogelijk naar het tweede verzet, om daar het liefst nooit meer uit te komen. Traag rolt de omgeving aan je voorbij, wanneer je op weg bent met de Buick. Dit zal het tempo zijn waarin het leven zich in de late jaren veertig afspeelde. Rond deze periode kwam ook het tijdperk van de woodies ten einde. De Buick Roadmaster Estate Wagon is een van de allerlaatste auto’s met een houten achteropbouw. Zijn afkomst mag misschien nederig zijn, tegenwoordig is het een zeer geliefde en waardevolle klassieker.

Classic Cars #42
In deze editie: Audi 50, Austin A35 Saloon, BMW 1800 ti, BMW 530i Touring, Daf 55 Coupé, Fiat 125 Special, Glas Isar T700, International Harvester Scout II, Jeep, Lancia Gamma Berlina, Tatra T77, Toyota Century, Volkswagen K70 LS, Volkswagen T3 California, Volkswagen T4 California, Volvo V70 T5, Wolseley 6/90 Series II