Ook filmsterren, generaals, prinsen en tycoons uit de industrie willen wel eens met hun gezin op pad. Voor dergelijke uitstapjes kozen ze in de jaren zestig al gauw voor een Maserati Quattroporte.
Met blauw bloed in de aderen of succes op het witte doek stond je overal in het middelpunt van de belangstelling. De betekenis van de correcte auto mocht daarom niet onderschat worden. Of je nu door Monte Carlo reed of voor de deur van het Palace Hotel in Gstaad parkeerde, je wilde niet te nadrukkelijk met je rijkdom te koop lopen. Het was begin jaren zestig dan ook niet eenvoudig, om als lid van de high society een geschikte auto uit te zoeken. Natuurlijk: volbloed sportwagens en exclusieve gran turismo’s waren er in overvloed. Maar soms wilde (of moest) je wel eens meer passagiers meenemen dan alleen je echtgenote of je minnares.

Soms wilde (of moest) je wel eens meer passagiers meenemen dan alleen je echtgenote of je minnares.
Wie zijn goede smaak niet liet beïnvloeden door de inhoud van zijn geldpakhuis, stond voor een haast onmogelijke keuze. Een Rolls-Royce Silver Shadow was meer de cup of tea voor een geflipte popster die in elk zwembad een geschikte parkeerplaats zag. En een Mercedes 600 paste beter bij de dictators van deze wereld. Begin jaren zestig bestond het aanbod van exclusieve, snelle, exquise en bij voorkeur handgebouwde limousines eigenlijk alleen uit de Facel Vega Excellence en de Lagonda Rapide.
Zelf sturen
Maar zowel de Facel Vega als de Lagonda was een product uit het vorige decennium. En gen van beide werd een klaterend succes. Tussen 1961 en 1964 werden slechts 55 Aston Martins Rapide vervaardigd. Van de Facel Vega Excellence zagen in de periode van 1958-1964 niet meer dan 156 het daglicht.

Pech en toeval
Dat Maserati zich met de Quattroporte in de klasse van de snelle supersedan waagde, kwam in feite door een samenloop van pech en toevalligheden. Met exotische modellen als de A6 en de 3500 GT, stond Maserati na de Tweede Weereldoorlog al snel op het boodschappenlijstje van de beau monde. Het ging de in 1914 in Bologna opgerichte constructeur redelijk voor de wind, totdat de finale van raceseizoen 1957 zich aandiende. Ferrari en Maserati maakten allebei nog aanspraak op de titel in het wereldkampioenschap sportscars. Beide teams reisden met vier auto’s naar Venezuela af, maar voor Maserati stapelde de ellende zich al spoedig op.
Bij het aftanken ontstond brand en de racewagen kon ternauwernood uit de vuurzee worden gered.
Topcoureur Juan Manuel Fangio kreeg in eerste instantie geen visum en moest de race wegens griep definitief afzeggen. Alle hoop was nu gevestigd op Stirling Moss, maar bij de start van de race sloeg de motor van zijn Maserati 450S af. Na een zinderende inhaalrace nam Moss de leiding … om kort daarna door een traag rijdende AC van de baan gerost te worden. Moss keerde te voet terug naar de pitstraat, waar hij overstapte op de andere 450S. Bij het aftanken ontstond echter brand en de auto kon ternauwernood uit de vuurzee worden gered. Nadat de brand geblust was, zette Moss de achtervolging in. – om even later weer terug te keren in de pits. De zitting van zijn auto smeulde nog na en Moss zat letterlijk op de blaren. Einde race voor hem.
Uitgeschakeld voor de titel
Maar daarmee was alle pech nog niet ten einde. Nadat Harry Schell het stuur had overgenomen van Moss, wilde hij zijn teamgenoot Jo Bonnier inhalen. Maar precies op het moment dat Schell zijn manoeuvre inzette, kreeg de 300S van Bonnier een klapband. Beide auto’s raakten elkaar, waarna Schell uiteindelijk tot stilstand kwam tegen een betonnen muur. Nadat de auto ook nog in de fik vloog, waren Maserati’s aspiraties op de titel definitief ten einde. Ferrari bezette de eerste vier plaatsen in de eindklassering van de race en behaalde met dit resultaat de wereldtitel.

Racemotoren in straatauto’s
Maserati wilde het raceseizoen in 1958 financieren met het geld dat de verkoop van de racewagens zou opbrengen. Enige probleem was, dat die auto’s door de crashes en de brandjes in Venezuela onverkoopbaar waren geworden. Maserati trok zich voor 1958 terug uit het WK voor sportscars en de Formule 1, en moest zich beraden op de toekomst. In de fabriek in Modena lagen nog wat ongebruikte 450S-motoren. De sjah van Perzië, die een trouwe klant van Maserati was, opperde bij hoofdtechnicus Giulio Alfieri het idee om zo’n race-V8 in een supersnelle straatauto te lepelen.
Op het versterkte chassis van de 3500 GT werd de naar een slagvolume van vijf liter opgeboorde V8 geplaatst. Daarna verpakte Carrozzeria Touring het geheel in een lichtgewicht buizenframe met een aluminium tweedeurs koetswerk. In 1959 nam de sjah van Perzië zijn 5000 GT in ontvangst en tot 1964 zouden er in totaal 34 stuks gebouwd worden. De gefortuneerde kopers van de 5000 GT klopten voor een uniek ontwerp aan bij acht verschillende carrosseriebouwers.
Ontwerp van Frua
Het in Turijn gevestigde atelier van Pietro Frua mocht prins Karim Aga Khan IV tot zijn klantenkring rekenen. De geestelijk leider van de Shia Imami Ismaïli-moslims kreeg zijn 5000 GT in 1963 overhandigd. Het ontwerp van Frua viel vooral op door de panoramische voor- en achterruit en de laag uitgesneden taillelijn, die een onbelemmerde inkijk tot het super-de-luxe interieur gaf. Deze lijnen keerden later terug bij de Maserati Mistral. Andere details, zoals de ‘getuite’ grille, de rechthoekige koplampen en de scherp gesneden achterzijde werden hergebruikt in het ontwerp van de Quattroporte.
De V8 van de supersedan was een directe afstammeling van de racemotor uit de 450S.
De gelijkenissen tussen de Quattroporte en de 5000 GT gingen trouwens verder dan enkel wat cosmetische. De V8 van de supersedan was simpelweg een ontkrachte versie van de vijflitermotor – waarmee het een directe afstammeling was van de racemotor uit de 450S. Het blok en de cilinderkoppen waren gegoten uit aluminium. De krukas draaide in vijf lagers en de kleppen in beide cilinderbanken werden in beweging gebracht door twee bovenliggende nokkenassen. Gevoed door vier dubbele Webers werd uit een cilinderinhoud van 4136 cm3 een vermogen gehaald van 235 pk. De motor werd gekoppeld aan een vijfbak van ZF of een drietrapsautomaat van BorgWarner. Nog meer racetechniek: de Quattroporte kreeg een zelfde soort De Dion-achteras als de 300S sportscar en de 250F Formule 1-auto.
Geliefd onder beroemdheden
Met de Quattroporte, die in november 1963 op de autotentoonstelling van Turijn debuteerde, had Maserati de supersedan opnieuw uitgevonden. De auto was een stuk moderner van vorm dan de verouderde Facel Vega Excellence en Lagonda Rapide. Verder sprak de aangepaste racemotor bij de Maserati-clientèle zeer tot de verbeelding. Filmsterren, royalty’s en magnaten uit de industrie en zakelijke wereld verdrongen zich om een Quattroporte te kunnen kopen.
Prins Rainier van Monaco had er eentje, de acteurs Marcello Mastroianni en Anthony Quinn mochten zich eveneens tot de gelukkige eigenaren rekenen. Ook filmregisseur Sergio Leone (van onder meer The good, the bad and the ugly en Once upon a time in the West) had een exemplaar. De Britse schrijver en acteur Peter Ustinov kocht in 1967 een nieuwe Maserati Quattroporte, die tot zijn dood in 2004 in zijn bezit hield. Maar ook Prins Kamir Aga Khan en Leonid Brezjnev, secretaris-generaal van de communistische partij in de Sovjet-Unie, werden regelmatig gezien in een Maserati Quattroporte.

Andere achteras Maserati Quattroporte
In 1966 werd een aantal veranderingen aan de auto doorgevoerd. Zo maakte de zware De Dion-achteras plaats voor een starre as met semi-elliptische bladveren. Op een slecht wegdek zorgde deze voor minder bijgeluiden. De externe veranderingen beperkten zich tot dubbele ronde koplampen, het interieur kreeg een veel grondiger update met een nieuw dashboard, meer houtwerk en standaard airconditioning. De belangrijkste modificatie was de 4,7-liter motor, die het vermogen van 235 pk opstuwde naar 290 pk. Daarmee bereikte de auto een topsnelheid van 245 km/h – 25 km/h sneller dan de Mercedes 300 SEL 6.3.
De Maserati Quattroporte was 25 km/h sneller dan de Mercedes 300 SEL 6.3.
Een van de allerlaatste Quattroportes die Maserati van de eerste generatie bouwde, werd in 1969 besteld door de generaal van de Frecce Tricolori, het demonstratieteam van de Italiaanse luchtmacht. Deze auto maakt tegenwoordig deel uit van Maserati’s historische collectie. In Bologna wordt de honderdste verjaardag van het merk nog een keer gevierd en voor de aanwezige pers is een arsenaal klassieke en moderne Maserati’s aangerukt. Nu is de kans om met de Maserati Quattroporte op pad te gaan. Het is jammer dat het uitgerekend vandaag pijpenstelen regent, maar de motor is warmgedraaid en de auto staat klaar voor vertrek. Deze Maserati Quattroporte is de komende anderhalf uur voor mij.

Smiths instrumenten
Voorzichtig kruip ik achter het grote driespaaks stuurwiel en leg mijn vingers op de dunne houten rand. Ik zit meteen lekker, alsof de met zwart Connolly-leer beklede bestuurdersstoel voor mij op maat gemaakt is. Ik neem eerst het fraaie dashboard eens goed in mij op en verbaas me over de grote hoeveelheid informatie die je te verwerken krijgt. Tussen de grote snelheidsmeter en de toerenteller is een vijftal klokjes in het houten paneel geplaatst. Ook al komen ze van de Britse instrumentenmaker Smiths, de opschriften zijn in onvervalst Italiaans: acqua, olio, benzina. Veel minder overzichtelijk zijn de twee rijen van vier, als kolenkitten gevormde tuimelschakelaars op de middenconsole. Maar daar hoef ik me onderweg niet op te concentreren. Mijn bijrijder is een Quattroporte-expert en bedient de verwarming, de verlichting en de ruitenwissers.
Vandaag beschik ik vermoedelijk over zo’n 325 pk om op de achterwielen af te vuren.
Na de eerste aarzelende kilometers informeer ik naar de historie en de specificaties van de auto. Hoewel het embleem op de achterklep vertelt dat het om een Quattroporte 4700 zou gaan, zit in dit exemplaar een motor met een inhoud van 4,9 liter. In 1969 wilde Maserati de verkopen nog een keer een kleine boost geven. Maar ondanks de grotere, krachtiger motor was er helaas nauwelijks meer vraag naar de Maserati Quattroporte. De precieze specificaties van de motor zijn niet geheel duidelijk. Ervan uitgaande dat de standaard 4.7-motor al 290 pk leverde, beschik ik vandaag over ruim 300 pk om op de achterwielen af te vuren.

Geen toonbeeld van verfijning
Ik kijk wel uit: zo gemakkelijk laat de Masearti Quattroporte zich namelijk niet besturen. Dit is een zware auto, en niet alleen door zijn leeggewicht van 1750 kilo. Om het korte, fragiel aanvoelende versnellingspookje door het schakelpatroon te bewegen, is stevig ellebogenwerk nodig. Bovendien kan het onderstel – met de starre achteras – onmogelijk het toonbeeld van verfijning worden genoemd. Respectvol als ik wil zijn voor de exotische techniek en het beeldschone plaatwerk, laat de Maserati Quattroporte duidelijk merken dat hij een dergelijk vriendelijke behandeling niet gewend is. “You treat the engine way too kind”, moedigt mijn bijrijder me aan. “Come on, rev’ it!”
“Come on, rev’ it!”, moedigt mijn bijrijder me aan.
Goed dan: op naar een hoger toerengebied. Ik grijp de versnellingspook vast en laat deze van de vierde terug in de derde versnelling glijden. Ik voel hoe de tandwielen fijnzinnig in elkaar grijpen; zelden heb ik een versnellingsbak bediend die zo’n mooi mechanisch gevoel geeft. Wanneer ik het gas wat dieper intrap, reageert de motor met een levendige brul. Een ronde, hese tenor vult het interieur, alsof de sigaretten rokende en whisky drinkende tweelingbroer van Plácido Domingo onder de motorkap meereist. Een heel ander geluid dan het massieve gehamer van een Amerikaanse V8, wat komt door de afwijkende ontstekingsvolgorde. Sowieso is Maserati’s lichtmetalen V8 met zijn vier bovenliggende nokkenassen en sportieve genen een veel verfijndere motor dan de heavy duty V8’s uit de VS.
Beter in zijn ritme
Wanneer het tempo wat hoger ligt, komt de Maserati Quattroporte beter in zijn ritme. De kogelkringloopbesturing is nog steeds niet het schoolvoorbeeld van scherpte en gevoel, maar de verdraaiing van het stuurwiel wordt redelijk direct omgezet in een koersverandering. Door het grote glasoppervlak en de smalle, gebogen raamstijlen heb je uitstekend zicht over de lage neus. De aanvankelijke starheid van het onderstel is veranderd in een meer soepeler veerkarakteristiek, waarbij de carrosserie in snelle bochten lekker gaat hangen. Maar geen moment wekken de banden de indruk dat ze er moeite mee hebben om de opgewekte centrifugaalkrachten te verwerken. De Maserati Quattroporte volgt keurig het spoor, zonder dat het comfort van de inzittenden in het geding komt.
Bedenk wel dat de Maserati Quattroporte voornamelijk bedoeld was voor de allerrijksten der aarde.
Dit is een auto die de techniek van een supersportwagen combineert met de luxe en de ruimte van een comfortabele limousine. Een gouden greep van Maserati om de Quattroporte te ontwikkelen: tussen 1963 en 1969 zouden uiteindelijk 776 exemplaren verkocht worden. Dat lijkt niet veel, maar bedenk wel dat deze auto voornamelijk bedoeld was voor de allerrijksten der aarde. De auto kreeg al snel navolging, in de vorm van bijvoorbeeld de Iso Fidia en de De Tomaso Deauville. Voor mensen die alleen met het allerbeste genoegen wilden nemen en dat genoegen graag deelden met hun passagiers.
Classic Cars #48
In deze editie: Alpine A110 1600, Alpine A310 S, Alpine V6 Turbo Le Mans, BMW 325i Cabrio, BMW Z1, General Motors EV1, Jaguar XJ40, Lancia Fulvia Berlina, Mercedes 320 Kombinations-Coupé, Mercedes C 111 II D, Packard Hawk, Peugeot 406 Coupé, Renault 4 F4, Studebaker Golden Hawk, Sunbeam Venezia, Volvo C70 Coupé