Jarenlang stond deze Porsche 356 T1A ergens achter in een schuur te verstoffen. Eind jaren negentig wist de min of meer toevallige nieuwe eigenaar Edwin Lammertink ook nauwelijks wat hij met ‘dat ouwe ding’ moest. Maar langzaam bloeide er iets moois tussen het tweetal. En in de zomer van 2016 werd dit eindelijk beloond.
Na een ononderbroken startpoging van precies 25 seconden slaat de 1,6-liter viercilinder eindelijk aan. Eerst nog wat pruttelend en hoestend, vervolgens laat hij ons met een hese, maar vrolijk knetterende boxerroffel horen dat hij in een opperbeste stemming is. De Porsche-vierpitter klinkt als een Kever-motor die na een nachtje doorhalen ruw uit zijn slaap is gewekt. Een beetje schor, maar van een kater is desondanks geen sprake. Hoe dan ook verloochent deze oervader van de 911 zijn bescheiden afkomst niet. Noch zijn motorgeluid, noch zijn uiterlijk kan verhullen dat hij nauw verwant is aan de Kever. Desondanks was de 356 in zijn geboortejaar 1957 een indrukwekkende sportwagen, terwijl hij anno nu eerder aandoenlijk en fragiel oogt. Zeker hier in de showroom van Porsche Classic Partner Enter van Edwin Lammertink, waar hij te midden van een aantal 911’s staat.

“Je laat je kindje toch ook niet buiten in de regen slapen?”
Paleis Het Loo
Edwin won met zijn aquamarinblaue Porsche 356 in 2016 op het Concours d’Elégance van Paleis Het Loo de tweede prijs in de categorie Royal Rich and Famous of the 50’s. Bijna tegen wil en dank … Edwin: “Eigenlijk heb ik niks met dit soort evenementen, maar autojournalist Wim Oude Weernink had me overgehaald om de auto in te schrijven. Maar een pokkenweer dat het was! Heb je die auto na jaren zwoegen eindelijk in perfecte conditie, staat-ie daar dagenlang in de regen te verpieteren. Ik lag er ’s nachts wakker van en op de laatste dag was ik er helemaal klaar mee; je laat je kindje toch ook niet buiten in de regen slapen? Ik zei tegen mijn vrouw: ‘kom op, we zetten hem op de trailer en we gaan naar huis’. Maar toen zat daar ineens die rozet onder de ruitenwisser. Even later kwam voormalig Porsche-ontwerper Harm Lagaay naar me toe om me te complimenteren. Kijk, dan had ik blijkbaar wel iets goed gedaan.”
Porsche 911 als sleutelobject
Wanneer we Edwin vragen hoe en wanneer hij de – oorspronkelijk in de VS geleverde – Porsche 356 op de kop heeft getikt, krijgen we niet het spannende relaas waarop we hopen. Edwin heeft de auto begin jaren negentig vrij achteloos toegeschoven gekregen van een bevriende ondernemer. Deze Dick van Dijk was een groot liefhebber van klassieke auto’s en had op een gegeven moment een verzameling van pakweg honderd stuks.
Edwin: “Ik ben een tijdlang heel veel met auto’s van hem bezig geweest. Het kon zomaar gebeuren dat hij me midden in de nacht belde om te vertellen dat hij net in München een klassieke Bentley had gekocht. En of ik die de volgende dag ‘even kon ophalen’. Nou, dan hing ik de kar achter de auto en reed ik naar Zuid-Duitsland.”
“Eerlijk gezegd vond ik het eerst een beetje een oubollig ding.”
‘Oubollig ding’
Op een gegeven moment vond Van Dijk dat zijn zoon ook moest leren hoe hij auto’s moest repareren, zo vertelt Edwin: “Als ik een Porsche 911 voor de helft klaar zou maken, dan kon zoonlief ermee verder. Toen ik die auto bij hem kwam afleveren, zei hij, wijzend op een klein laag wagentje achter in zijn schuur: ‘en dan moet jij die daar als inruiler nemen’. Het bleek een Porsche 356, en eerlijk gezegd vond ik het toen een beetje een oubollig ding.”

Toch accepteerde Edwin de deal, maar hij had niet de behoefte om zijn aanwinst meteen mee te nemen. Zeven jaar later, toen Van Dijk naar Engeland ging verhuizen, belde hij Edwin met het verzoek om de Porsche 356 te komen ophalen. “Pas na enige uitleg herinnerde ik me de deal weer. Het ding liep ook nog, maar bij het oprijden van de trailer trapte ik door de rem heen en klapte ik achter op mijn Range Rover. Ik baalde enorm en thuis heb ik dat ouwe ding in een hoekje geparkeerd, en daarna heb ik er jaren niet meer naar omgekeken.”
“Thuis heb ik hem in een hoekje geparkeerd, en daarna heb ik er jaren niet meer naar omgekeken.”
Versnellingsbak Audi Quattro
Edwin was dus niet meteen een fan van de 356, maar van de wat jongere Porsche-modellen des te meer. Waar komt die voorliefde voor het Duitse sportwagenmerk vandaan? “Eigenlijk ben ik al zolang ik me kan herinneren bezig geweest met alles waar een motor in zit. Dat begon met het het opvoeren van grasmaaiers en vanaf mijn veertiende was ik druk bezig met brommers.
Toen ik zestien was en brommer mócht rijden, vond ik er niks meer aan en begon ik me op auto’s te richten. Via via kwam ik als hulpmonteur bij een rallyteam terecht. Op een gegeven moment was de versnellingsbak van een Audi Quattro uit ons team stuk. De teamleiding stuurde me daarmee naar Konink, in die tijd de Volkswagen-Audi-dealer in Almelo. Daar was een monteur die me met de klus kon helpen. In een poep en een scheet lag die bak uit elkaar en de werkplaatschef vond dat zo gaaf, dat hij vroeg of ik bij hen kwam werken. Dat heb ik toen gedaan en doordat Konink ook Porsches verkocht, kwam ik daar met het merk in aanraking.”
Afstellen Bosch K-Jetronic
Destijds stelde Porsche in ons land nog niet zo veel voor; jaarlijks werden er zo tussen de 100 en 200 nieuw verkocht. Tegenwoordig zijn dat er bijna tien keer zoveel. Volgens Edwin mocht je als Porsche verkopende VW-dealer blij zijn als je elk jaar een handjevol nieuwe Porsches aan de man bracht en er wekelijks eentje in de werkplaats had. Daar stond tegenover dat een monteur aan een onderhoudsbeurt vaak meer dan een dag kwijt was. “Destijds had je nog veel ingewikkeld stelwerk aan carburateurs en K-Jetronic-systemen. Daar hadden mijn chef en ik onze handen vol aan.”

Porsche specialist
Eind jaren tachtig, begin negentig wilden de fabriek en de Nederlandse Porsche-importeur naar een andersoortige dealerorganisatie. Daardoor stopte Edwins werkgever met Porsche. Als liefhebber van Alfa Romeo kwam hij toen bij een Alfa-dealer terecht. In de weekends sleutelde hij in zijn eigen werkplaats nog wel aan Porsches, maar ook aan Ferrari’s en Lamborghini’s. Op een gegeven moment nam dit ‘hobbyen’ zo’n vaart, dat Edwin besloot voor zichzelf te beginnen. Hij heeft nog even getwijfeld of hij Ferrari- of Porsche-specialist zou worden, maar koos uiteindelijk voor het Duitse merk.
“Je mocht blij zijn als je jaarlijks een handjevol Porsches verkocht.”
Het nieuwe bedrijf groeide als kool en daarom nam Edwin een aantal extra monteurs in dienst. Bijna allemaal voormalige Alfa-collega’s. Hij legt uit: “Als je toen een goede monteur wilde hebben, moest je bij Alfa Romeo zijn. Die jongens konden goed improviseren, want de Italiaanse fabrieksarbeiders gooiden er echt met de pet naar. Als er in het elektrisch schema stond dat een bepaalde draad geel was, kon die in het echt wel blauw of groen zijn. Het was maar net welke rol Giuseppe in de fabriek bij de hand had …”
Porsche Classic
In de jaren die volgden, bouwden Edwin en zijn mannen een goede reputatie op onder Porsche-rijders uit het hele land. Dat zag importeur Pon uiteraard ook, en in 2005 werd Edwin benaderd om officieel merkdealer te worden. Na lang wikken en wegen hapte hij toe en eind 2006 was de zaak beklonken. De functie van vestigingsmanager was hem echter niet op het lijf geschreven. “De hele dag zat ik in zo’n glazen hok naar grafiekjes en staafdiagrammen te koekeloeren, terwijl de jongens lekker in de werkplaats bezig waren.” In overleg met de importeur kwam er in 2012 een constructie waarbinnen Edwin aan auto’s kon gaan werken en een manager de commerciële leiding overnam.
Edwin is het liefst bezig met ‘het oude spul’.
Ook in zijn nieuwe functie begon het na een paar jaar weer te kriebelen, want eigenlijk is hij het liefst bezig met het oude spul. Die voorliefde leidde uiteindelijk tot een nieuwe deal met de importeur. Die hield in dat Edwin in 2015 naast het pand van het Porsche-dealerbedrijf een vestiging van Porsche Classic kon beginnen. Binnen het concept van Porsche Classic onderhouden, repareren en restaureren officiële merkspecialisten oudere Porsches. Zo hoopt het merk zijn marketingkreet, ‘dat van alle 100 ooit geproduceerde Porsches er nog 75 rondrijden’ tot in lengte van jaren vol te houden.

Porsche 356 met matching numbers
In de showroom -annex werkplaats staat nu ook ‘Muisje’ te pronken, zoals de Porsche 356 door Edwins echtgenote wordt genoemd. Maar het heeft heel wat voeten in de aarde gehad voordat het zover was. Al met al heeft het een jaar of zes gekost voordat de auto in de huidige staat was. Wat was nu de grootste uitdaging tijdens het restauratieproces? Was dat de carrosserie, de motor, de versnellingsbak? “Nou nee, ik ben een enorme originaliteitsfreak en ik ben dol op nummertjes. Toen ik de Geburtskunde van deze auto opvroeg, bleek hij super matching te zijn. Dat wil zeggen dat de motor- en versnellingsbak, maar ook de sleutels, de deuren en dergelijke nog allemaal de nummers hadden waarmee ze in 1957 de fabriek verlieten. Dat wilde ik graag zo houden. Maar dan wilde ik ook alle bouten en moeren volgens de originele specificaties hebben. Zo zaten in de motor oorspronkelijk zwart gefosforesceerde M8-bouten met sleutelwijdte 14 van het merk Karro, een bedrijf dat al tijden failliet is. Zie daar nog maar eens aan te komen! Maar het is me gelukt.
“Na veel gevogel is de motorloop gigamooi geworden.”
Technisch is het verder geen heel moeilijke auto. Zeker als je er zo veel gezien hebt als ik, valt zo’n Porsche 356 wel mee. Naarmate ik er langer mee aan het werk was, kreeg ik er steeds meer schik in en begon ik het autootje steeds beter te begrijpen. De klepgeometrie van de motor zit wel een beetje krom in elkaar, maar na veel gevogel is de motorloop gigamooi geworden.” Edwin wordt steeds enthousiaster en vertelt geanimeerd over het balanceren van krukassen, het afstellen van tandflankspeling en het ‘uitklokken’ van de bak.
Onderdelen Porsche 356
Ook over de carrosserie raakt Edwin niet uitgepraat: “Kijk eens naar die naadjes, die waren oorspronkelijk 3 millimeter en dat zijn ze bij deze auto ook. De spuiter werd helemaal gek van mij, want hij mocht geen schuurmachine gebruiken. Ik zei tegen hem: ‘ik wil dat je hem met de klos schuurt, daar krijg je dikke armen van!” Maar ook het vinden van de juiste afdichtrubbers was een hele onderneming: “Tegenwoordig is de onderdelenvoorziening een stuk beter, maar destijds was het bijvoorbeeld bij het rubber van het kofferdeksel pas bij het zevende setje goed.”
“De enige serieuze roestvorming zat in twee bodempanelen.”
En hoe zit het met de carrosserie? Heb je daarvoor veel nieuwe onderdelen moeten kopen? “Nou nee, eigenlijk helemaal niet. Door dat akkefietje op die trailer had de auto natuurlijk schade. Maar ik heb de schadedelen eruit geslepen, gerepareerd en er weer in gelast. De enige serieuze roestvorming zat in twee bodempanelen. Die heb ik vervangen door nieuwe stukken, die ik volgens alle regels van de kunst heb afgewerkt en tegen roest heb beschermd. Het plaatwerk is dus grotendeels origineel, alleen heb ik de auto teruggebouwd naar de Europese specificaties. Zo heb ik de typisch Amerikaanse bumperbeugels verwijderd en Europese rozetten geplaatst.” Bij een blik in het interieur spreken we onze waardering uit voor de prachtige, ivoorkleurige knoppen en het indrukwekkend glanzende chroom. “Alle randjes zijn origineel en stuk voor stuk geslepen en gepolijst, en alles is opnieuw verchroomd.”

Golden Lady
Het enige wat niet conform het ‘geboortebewijs’ is, is het klokje. Er hoorde er wel eentje in, maar dat was verdwenen. “Ik heb nog even overwogen om het gat in het klepje dicht te lassen, maar dan was de uitrusting niet meer origineel geweest. Na heel lang zoeken heb ik er via Ebay eentje op de kop kunnen tikken. Voor veel te veel geld natuurlijk, maar zo’n detail maakt het interieur wel af.” Over bijzondere details gesproken, met de knop met de Golden Lady in de naaf van het stuur bedien je niet de normale claxon, maar de Lichthupe, oftewel het grootlichtsignaal. Claxonneren doe je met een druk op de binnenring en met de witte draaiknop tussen de stoelen open je de kachelkraan.
Wat is een Porsche 356 waard?
Hoe enthousiast Edwin ook is over zijn ‘muisje’, hij rijdt er vrijwel nooit mee. Daarom maakt het ook niet uit dat er diagonaalbanden onder zitten. “Ach, die Weisswandreifen vond ik heel mooi staan en ze passen natuurlijk ook wel bij zijn Amerikaanse oorsprong. Maar het stuurt voor geen meter, hoor, vanaf 100 km/h ben je aan het mikken.” En dat terwijl hij 160 moet kunnen halen. Tegenwoordig wordt niemand daar warm of koud van, maar in 1957 was het een bijna magische waarde, waarvan menig huisvader rode koontjes kreeg.
“Met diagonaalbanden stuurt hij voor geen meter; vanaf 100 km/h ben je aan het mikken.”
Op onze vraag wat deze prijswinnaar nu waard is, blijft Edwin wat vaag: “Onlangs had ik een Zwitser op bezoek die me een ongelooflijk bod deed, maar hij gaat niet weg. Mag ook niet van mijn vrouw …” Wanneer we na het interview de auto weer starten, begint Edwin helemaal te glimmen. “Hoor je dat, het motortje zoemt gewoon! Daarmee bedankt hij je als het ware dat hij weer mag rijden. Dat is de beloning voor die duizenden uren die ik erin heb gestoken.”

Classic Cars #48
In deze editie: Alpine A110 1600, Alpine A310 S, Alpine V6 Turbo Le Mans, BMW 325i Cabrio, BMW Z1, General Motors EV1, Jaguar XJ40, Lancia Fulvia Berlina, Mercedes 320 Kombinations-Coupé, Mercedes C 111 II D, Packard Hawk, Peugeot 406 Coupé, Renault 4 F4, Studebaker Golden Hawk, Sunbeam Venezia, Volvo C70 Coupé