Wat kan het leven toch heerlijk simpel zijn. De zon schijnt, de tanks zijn vol en we beschikken over drie open sportwagens om een uitdagende bergpas mee te bedwingen. De pas rijgt vele kleine geluksmomenten aaneen, de ene na de andere uitdagende bocht laten we achter ons. In dit drietal hebben we de ideale partners gevonden. De Pininfarina Spidereuropa – in feite een heel late Fiat 124 Sport Spider – is net als de Porsche 914 en de Triumph TR6 geknipt voor het betere bochtenwerk.
Daarbij zouden de drie roadsters qua karakter niet verder uiteen kunnen lopen. Neem nou de Pininfarina Spidereuropa. Hij wordt aangedreven door een levendige viercilindermotor met een inhoud van net geen twee liter, die door een Bosch L-Jetronic inspuitsysteem van brandstof wordt voorzien. Het is moeilijk voor te stellen dat de auto – die door Pininfarina van 1981 tot 1985 als type DS werd gebouwd – in grote lijnen identiek is aan de tijdloos elegante Fiat 124 Sport Spider uit 1966.

De vierpitter met twee bovenliggende nokkenassen levert een gezonde 105 pk, waarmee in combinatie met de licht te bedienen vijfbak goede prestaties gewaarborgd zijn. De sprint van 0 naar 100 km/h vergt 12,2 seconden, de topsnelheid bedraagt 175 km/h – daar viel begin jaren tachtig niet over te klagen. Over het geluid valt nog steeds niets te klagen trouwens, want dat is ronduit indrukwekkend. Het achteraf gemonteerde ANSA-sportuitlaatsysteem brengt een sound voort die spontaan associaties met de racerij oproept. De motor smeekt erom op zijn staart getrapt te worden.
Het is moeilijk voor te stellen dat de auto in grote lijnen identiek is aan de tijdloos elegante Fiat 124 Sport Spider uit 1966.

Slurpen
In akoestisch opzicht is de Porsche 914/6 minstens zo sportief. Deze variant rolde van 1969 tot 1972 van de band en wordt aangedreven door een midscheeps geplaatste zescilinder boxer uit de Porsche 911T. Uit een cilinderinhoud van 1991 cc wordt een vermogen van 110 pk gehaald. Dankzij de plaatsing van de zeer beschaafd lopende motor blijft de 914/6 tot op hoge snelheid perfect in balans. Bij hogere toerentallen wordt het typische roffelen van de boxermotor vergezeld door het weinig subtiele slurpen van de beide drievoudige Weber-carburateurs. De slechts 3338 keer gebouwde 914/6 is nog een stuk levendiger dan de Pininfarina Spidereuropa: zo tikt hij al na 9,9 seconden de 100 km/h aan.
Dankzij de plaatsing van de zeer beschaafd lopende motor blijft de 914/6 tot op hoge snelheid perfect in balans.
Met zijn topsnelheid van 201 km/h is de 914/6 niet alleen de snelste auto van dit drietal, maar met een door de fabriek geclaimd verbruik van 9 liter op 100 kilometer ook nog eens de zuinigste. Maar het is niet alleen maar koek en ei aan boord van de Porsche, want de versnellingsbak zorgt voor de nodige ergernissen. Over het beruchte gebrek aan precisie valt in deze auto weinig te merken, want de vijf versnellingen laten zich soepel en nauwkeurig inleggen. Maar de positie van de lange pook is een ramp. Het is zelfs onmogelijk om de eerste versnelling (links achteraan) in te leggen. De ruimte tussen het enorme stuur en de ver naar links geplaatste pook is zó klein dat je rechterknie in de verdrukking komt. Een kleiner stuur en een kortere pook zouden hier uitkomst kunnen bieden. Maar ach: zodra je van je plek bent, heb je die eerste versnelling helemaal niet meer nodig. Dan valt alleen nog maar het rijplezier op dat de lichtvoetige 914/6 te bieden heeft. Er is geen twijfel over mogelijk: zijn imago als ‘Volks-Porsche’ ten spijt is dit een raszuivere sportwagen. Dat maakt alleen de motor al duidelijk.

Stijlvol Brits antwoord
De aandrijflijn van de Triumph TR6 is van het meer traditionele soort. Net als de Porsche beschikt de auto over een zescilinder, maar die is voorin te vinden. In de door ons gereden Amerikaanse uitvoering levert de zes-in-lijn met zijn twee Zenith Stromberg-carburateurs een vermogen van 106 pk, bij een bescheiden toerental van 4500 tpm. De riante cilinderinhoud van 2498 cc zorgt voor een beschaafde motorloop en een forse trekkracht, waardoor je in de karakteristieke Brit maar weinig hoeft te schakelen. Over een topsnelheid van 178 km/h en een acceleratie van 0 naar 100 km/h in 11,5 seconden valt evenmin te klagen.
De vier versnellingen zijn soepel in te leggen en de schakelwegen zijn niet al te lang. Voor lange snelwegritten bood Triumph tegen meerprijs een elektrisch inschakelbare overdrive aan, die het toerental en het verbruik omlaag brengt. Maar tijdens onze rit zijn de vier versnellingen meer dan voldoende. Op bochtige provinciale wegen is de Triumph TR6 helemaal in zijn element. Ook al moet hij qua sportiviteit zijn meerdere erkennen in de Porsche en biedt hij niet dat frivole waarover alleen een klassieke sportwagen uit Italië lijkt te kunnen beschikken, met zijn diep grommende motor en elegante carrosserie is de Triumph TR6 een stijlvol Brits antwoord op het Duits-Italiaanse charmeoffensief.

Maar op bochtige wegen is niets opgewassen tegen de 914/6. Dankzij het extreem lage zwaartepunt, het lage gewicht van slechts 940 kilo en de krachtig happende schijfremmen (die voor zelfs van binnenuit geventileerd zijn) is de Porsche in dit gezelschap een klasse apart. Daar komt bij dat je zelfs met een bovengemiddelde lengte prima zit en de besturing is nauwkeurig en direct. De lichtvoetigheid, waar sportwagens met een middenmotor om bekendstaan, kan maximaal worden benutten. Door de sportief straffe onderstelafstemming helt de Porsche in bochten nauwelijks over, waardoor je het tempo hoog kunt houden.
Op bochtige wegen is niets opgewassen tegen de Porsche 914/6.
Sportieve kwaliteiten
Het ontbreekt de Pininfarina Spidereuropa evenmin aan sportieve kwaliteiten. De lichte, nauwkeurige besturing zorgt ervoor dat de slechts 1050 kilo zware auto snel van koers wisselt en de schijfremmen staan garant voor een goede vertraging. Doordat hij zijn motor voorin heeft liggen, biedt hij niet de schier eindeloze tractie van de Porsche 914/6. Ook het wat hoger liggende zwaartepunt en de iets minder stevige afstemming van het onderstel zorgen ervoor dat je de Porsche slechts met moeite kunt bijbenen. Daar staat tegenover dat het interieur van de Italiaan veel comfort biedt. Hoewel de stoelen verhoudingsgewijs aan de kleine kant zijn, zitten ze heerlijk comfortabel. Ook bevindt alles zich binnen handbereik, terwijl het ten opzichte van de Porsche beduidend betere veercomfort eveneens bijdraagt aan een gevoel van welbevinden.
Alleen al het houten dashboard van de Triumph TR6 met de zes wonderschone Smiths-meters doen je hart smelten.
Net als de Pininfarina is het karakter van de Triumph TR6 eerder comfortabel dan compromisloos sportief te noemen. Hij is niet knetterhard, maar ook niet te zacht geveerd en biedt zo een goede combinatie van comfort en sportiviteit. In bochten doet hij qua lichtvoetigheid nauwelijks onder voor de Fiat, hoewel de besturing wel wat meer krachtsinspanning vraagt. Bestuurders met een lengte van maximaal 1,90 meter kunnen in de Britse roadster zonder moeite een plezierige zitpositie vinden. De stoelen van de Triumph zijn bovendien beter gevormd dan die van de Fiat en de Porsche. Ook hier valt er over de ergonomie niet te klagen en over de sfeer evenmin. Alleen al het houten dashboard met de zes wonderschone Smiths-meters doen je hart smelten.

Intensievere zorg
Wat rijplezier betreft, zijn deze drie roadsters misschien wel de ideale klassiekers voor een weekendje Ardennen of Eifel. Zelfs langere vakantietrips zijn geen enkel probleem. Voor de bagage die je meeneemt geldt alleen wel: less is more! Ten eerste hebben grote koffers een behoorlijke invloed op het totaalgewicht van de auto’s, ten tweede is er weinig bagageruimte voorhanden. De Porsche 914/6 beschikt wat dat betreft over de beste papieren, want hij heeft zowel voor- als achterin een kofferbak. In de tweezitter (indertijd kon je als optie een derde zitplekje voorin bestellen) heb je beide kofferbakjes ook hard nodig, want de cabine biedt verder geen opbergmogelijkheid.

In de Pininfarina Spidereuropa en de Triumph TR6 heb je de mogelijkheid om achter de stoelen nog wat bagage op te bergen, waardoor de bagagecapaciteit van het drietal in grote lijnen vergelijkbaar is. Als we naar de gebruikskosten kijken, dan scoort de Pininfarina Spidereuropa punten met zijn betrouwbare, uitontwikkelde techniek. De Triumph TR6 heeft intensievere zorg nodig, alleen al omdat hij over carburateurs in plaats van een nagenoeg onderhoudsvrije brandstofinspuiting beschikt. De Porsche 914/6 vereist een goed gevulde portemonnee door de hoge onderdeelprijzen. Ook een oliewissel is niet goedkoop: er moet negen liter van het zwarte goud worden bijgevuld.

Classic Cars #48
In deze editie: Alpine A110 1600, Alpine A310 S, Alpine V6 Turbo Le Mans, BMW 325i Cabrio, BMW Z1, General Motors EV1, Jaguar XJ40, Lancia Fulvia Berlina, Mercedes 320 Kombinations-Coupé, Mercedes C 111 II D, Packard Hawk, Peugeot 406 Coupé, Renault 4 F4, Studebaker Golden Hawk, Sunbeam Venezia, Volvo C70 Coupé